frank-lammersMichiel de Ruyter die racistische taal uitslaat? Ik kan mijn ogen niet geloven. Hij scheldt zijn straatvriendje in het Vlissingen van de jaren tien van de zeventiende eeuw uit voor ‘sausneger’. Is dit echt de held van mijn jeugd?

vlissinger-michielEen grotere held, en nog van onbesproken gedrag ook, heeft Nederland nooit gekend. Aan Michiel de Ruyter werden, zestig jaar geleden op mijn christelijke lagere school, heel wat lessen gewijd. Hoe Michieltje als jongen het dak van de kerk in Vlissingen beklom, gekleed in een blauw geruite kiel aan het grote wiel draaide en later, als zeeheld, de Republiek der Zeven Provinciën redde. De held van de Vierdaagse Zeeslag, de Tocht naar Chatham en de Zeeslag bij Kijkduin.

Nu de film Michiel de Ruyter in de bioscopen draait, zoek ik op wat ik over hem heb bewaard uit mijn schooltijd. Helaas heb ik dat boek over hem toch te vroeg weggedaan. Vlissinger Michiel. We hadden dat zomaar, gratis, gekregen. Net als duizenden andere schoolkinderen in het hele land. Ik zat in de vijfde klas van meester Meyer op de Ds. Lindeboomschool in Zaandam. Het jaar was 1957, precies 350 jaar eerder was Michiel geboren.

schoolschrift-deruyterIk wàs Michiel de Ruyter. Als iemand mij vroeg wat ik later wilde worden, antwoordde ik in alle ernst: zeeheld. Mijn schoolschrift Vaderlandse Geschiedenis – dat heb ik nog steeds – puilde uit van de plaatjes uit onze rijke historie. De Ruyter en Tromp hadden daar een ereplaats.

Om de film Michiel de Ruyter kan ik dus niet heen. Ondanks het verzet tegen de film van actiegroepen, die de première aangrijpen om te demonstreren. Zij vinden dat De Ruyter een symbool is voor slavernij en onderdrukking. Gelukkig zegt De Ruyter-kenner bij uitstek, Ronald Prud’homme van Reine, in de NRC dat het zwaar overdreven is om Michiel in verband te brengen met slavernij. De tegenstanders hebben daar geen boodschap aan: ze spreken van ‘Michiel de Rover’ en noemen hem de beschermheer van de Nederlandse slavenhandel. Dat hij een zwarte vriend zou hebben gehad is helemaal niet bewezen, zeggen ze, ‘en wat dan nog?’

Historici durven niet met zekerheid te zeggen of Kompanjie een historisch persoon is


Een zwarte vriend? Ik zit tweeënhalf uur lang scherp op te letten in Cinema De Graaf in Huizen, maar in de hele film komt helemaal niemand met een kleurtje voorbij.

Op internet is hij makkelijk te vinden. Die ‘zwarte vriend’ is ene Jan Kompanjie. Hij speelt een rol in de zeventiende-eeuwse bestseller die elf jaar na de dood van de admiraal verscheen, Het leven en bedryf van den heere Michiel de Ruyter, door de Amsterdamse predikant Gerard Brandt. ‘Jan Kompany’ wordt daarin twee keer opgevoerd. De eerste keer als straatvriendje in Vlissingen. De tweede keer als De Ruyter hem opnieuw tegenkomt en zijn oude vriend onderkoning op het eilandje Goeree voor de kust van Senegal is geworden. Kompanjie wordt in de scheepsjournalen van De Ruyter zelf niet vermeld, wel in een tweede scheepsjournaal van de reis, van de hand van een onbekende auteur. Historici durven dan ook niet met zekerheid te zeggen of Kompagnie, Kompanjie of Kompany een historisch persoon is.

Op het boek van Brandt zijn ten minste twee andere biografieën van De Ruyter gebaseerd. Een daarvan is Nederlandse Zeehelden van de Zeventiende Eeuw, geschreven door Jan de Liefde, een negentiende-eeuwse predikant en dichter van vrome liederen als Van U zijn Alle dingen.

louwerseCitaat uit dit boek:

Michiel ging aan boord zeer vriendschappelijk met dezen Jan Kompanjie om, en hield hem altijd de hand boven het hoofd, als de andere matrozen hem plaagden, en zich vroolijk maakten over zijne zwarte huid en zijn grof kroeshaar. Uit dankbaarheid daarvoor hechtte de neger zich sterk aan den jongen Michiel, zelfs zoo, dat hij voor hem door het vuur zou zijn geloopen.

Een andere biografie draagt dezelfde naam als het boek dat ik als kind kreeg: Vlissinger Michiel, met als ondertitel ‘Neêrlands glorie ter zee’. Het is geschreven door Pieter Louwerse en uitgegeven in 1880. Deze Vlissinger Michiel is een geromantiseerd jongensboek, met verzonnen dialogen om dit stukje vaderlandse geschiedenis wat makkelijker verteerbaar te maken voor onze opa’s en oma’s. Lees maar niet verder als je je niet wilt ergeren.

Een passage:

‘En met wien heb je zoo al gespeeld, als ik vragen mag?’

 ‘Wel, baas, met dat sausnegertje, Jan Kompanjie en met Geleyn Evertsen en Pieter Evertsen en met....’

Sausnegertje? Ik ken het woord niet eens. Volgens Etymologiebank.nl is het scheldwoord een verbastering van ‘Curaçaose neger’.

Wie Jan Kompanjie is, lezen we verderop in Louwerses boek:

Het was een negerknaap, die hier in het begin van April met een schip aangekomen was. Nog eenige dagen dan ging hij weer heen; maar, eer hij Vlissingen verliet, moest hij eerst gedoopt worden. De heeren Lampsens, van wie het schip was waarmede de negerknaap vertrekken zou, stonden er op, dat hij geen heiden zou blijven en daarom hadden zij hem bij een domine op de catechisatie gedaan, waar hij tot groot vermaak van al de jongens, die er ook op gingen, in zijn Neger-Hollandsch zijne wijsheid uit kraamde. Michiel, Geleyn en Pieter hadden bij zijne aankomst zich dadelijk van hem meester gemaakt en onder hunne leiding leerde hij nu niet zoo heel veel moois.

‘Waar ga je naar toe, sausneger?’ vroeg Pieter.

‘Jij nog eens zeggen moet sausneger, ik er op inslaan zal, ja,’ riep de negerknaap, die algemeen Jan Kompanjie genoemd werd, en na zijn doop ook onder dien naam in het doopboek ingeschreven werd.

‘Nou, word maar niet boos! Waar ga je naar toe?’ vroeg Pieter andermaal.

‘Ikke ga naar de schippe! Ikke daar moet schuren de dek met bezem en dweil! Zjjjt, zjjjt!’ zeide Jan het geluid van den bezem nabootsende.

Michiel de Ruyter was waarschijnlijk niet fout, maar aan zijn biografen mankeert zo te zien wel het een en ander. Reken maar dat de kinderen aan het eind van de negentiende eeuw heel hard hebben gelachen om het taaltje dat die domme Kompanjie uitsloeg.

scene-deruyterEn de film?

Michiel de Ruyter heeft het Hollywood-spektakel gekregen dat hij verdient. Arnold Schwarzenzegger of Tom Cruise zou zich er niet voor hoeven te schamen. Dik twee uur lang hebben we dekking gezocht tegen rondvliegende kanonskogels en menselijke lichamen, huiverend onze ogen gesloten als Cornelis de Witt op de pijnbank wordt gelegd en kort daarna met zijn broer Johan door het Haagse gajes wordt gelyncht. We staan midden tussen de kanonniers als de Engelse vloot onder vuur wordt genomen. Vooraf had ik me afgevraagd of er wel een verhaallijn kon worden aangebracht in deze biografische film. Die is dan ook dun: De Ruyter redt het vaderland zo vaak dat hij het slachtoffer wordt van jaloers politiek gekonkel. Maar ondertussen vlieg je in een achtbaan van de ene naar de andere zeeslag. In heel grove trekken wordt De Ruyters briljante strategie geschetst. Je hebt geen tijd om je te vervelen. De driekleur van de Republiek waait voortdurend hoog in top, de held slingert zichzelf aan een touw aan boord van een Engels schip dat zojuist is geënterd.

De film werkt niet naar een hoogtepunt toe. Dat had bijvoorbeeld de Tocht naar Chatham kunnen zijn of de Zeeslag bij Kijkduin, waar De Ruyter voorkwam dat het land in het rampjaar 1672 onder de voet werd gelopen. De film zelf is één doorlopend hoogtepunt.

Dat de karakters zo plat als een dubbeltje blijven en je meer zou willen weten over allerlei zaken die passeren – ach, wat geeft het. Dit is een spektakelfilm over een held. Onze nationale held. Opnieuw sluit ik Michiel de Ruyter in mijn hart. Met of zonder zwarte vriend.

https://www.youtube.com/watch?v=j21t1i_SiKI

 

Meer informatie over Jan Compagnie op de website Geschiedenis.nl

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum