Ton Rijnders RosmalenTon Rijnders, een van de veteranen van het Nederlandse mahjong, is niet meer. Jarenlang domineerde hij de Nederlandse ranglijsten. Op 20 april overleed hij in zijn woonplaats Purmerend, 75 jaar oud. Ik herinner mij een ‘grand old man’.

Gert van der Vegt had me al een beetje voorbereid op de confrontatie met mahjongveteraan Ton Rijnders. Maar misschien was ik toch nog te optimistisch geweest over een mogelijk spelletje. Ik had een doos met een mahjongspel op de achterbank van m’n auto gelegd, “kunnen we nog één keer een potje met hem spelen”, maar toen Gert instapte, schudde hij zijn hoofd.

“Ik denk niet dat het een goed idee is”, zei hij. “Want hij wordt dan geconfronteerd met iets dat hij niet meer kan. Op het laatst bij de Kongrovers ging het gewoon niet meer.” Gert was niet alleen voorzitter van mahjongclub de Kongrovers, maar ook predikant in ruste en heeft vaak te maken gehad met mensen die een ernstige ziekte hebben. 

Ton Rijnders leed al jaren aan wat hij zelf altijd noemde een ‘lichte vorm van leukemie’, maar sinds een paar jaar was daar de ziekte van Parkinson bijgekomen. Het oppakken en wegleggen van mahjongstenen werd daar sowieso al moeilijker door, maar bovendien is Parkinson vaak een voorbode van dementie. Het spelen van mahjong vereist een snelle alerte geest. Niets voor niets wordt het spel in China – terecht of niet terecht – gepropageerd als een middel om ouderdomsziekten tegen te gaan: je vingers worden getraind in de fijne motoriek van het bouwen van de muren en het pakken van de stenen, en je geest blijft actief. 

Maar Ton had niet alleen moeite gekregen met het hanteren van de steentjes, hij legde ze ook weg op de verkeerde plaats en maakte foutieve combinaties tijdens het spelen. Op de clubavonden werd dat een probleem.

“Ton, het spijt me, maar zo kan het niet meer”, zei Gert dan ook tegen zijn vriend. Een hartverscheurend moment volgde. Ton kreeg tranen in zijn ogen. Samen in de auto, op weg naar huis, werd minder gesproken dan voorheen. Mahjong was immers alles in het leven van Ton Rijnders. Tot voor kort ontbrak hij op geen enkel toernooi. 

Spelers van het Chinese spel leven volgens de kalender van de Nederlandse Mahjong Bond; minstens eens per maand ontmoeten ze elkaar op allerlei plaatsen in het land, overal waar maar een toernooi wordt gehouden. De laatste jaren lukte het Ton niet meer om alle toernooien te bezoeken, maar toen hij zich in 2018 moest afmelden voor het evenement waar hij sinds 2000 nog nooit had ontbroken, het Witte Draak Toernooi in Hilversum, werd het duidelijk: Ton Rijnders zou nooit meer mahjongen.

Elke vrijdag werd er gepokerd of gekaart. Om geld 


Gert van der Vegt en ik waren nu op weg naar het verzorgingstehuis Triton in Rijnders’ woonplaats Purmerend, waar hij sinds enige tijd was opgenomen. Ik wilde hem graag nog één keertje zien. Ik kende Ton immers al bijna net zo langs als ik mahjong speelde, bijna dertig jaar. Op bijna elk toernooi waar ik naderhand kwam, kwam ik Ton Rijnders tegen. Al die tijd leed hij aan wat hij een ‘langzame vorm’ van leukemie noemde. “Ik leef in geleende tijd, Martin”, antwoordde hij me steevast als ik naar zijn gezondheid informeerde. Elke keer dat ik hem zag, leek hij weer kleiner en zag hij er slechter uit. Maar in die periode van 25 jaar dat we elkaar ontmoetten, bleef hij rustig mahjong spelen – en hoe. Hij voelde zich pas echt slecht als hij geen mahjong kon spelen. 

Ton kwam uit een gezin met negen kinderen. Elke vrijdag werd er gepokerd of gekaart. Vanaf 1975 ook mahjong. Om geld, wel te verstaan, zodat Ton en zijn familieleden bijzonder scherpe spelers werden. 

Ton Rijnders Red FivesOngeveer vanaf 1990 werden regelmatig mahjongtoernooien gespeeld in Nederland. Een keer per jaar In Rotterdam (organisator: de ENMV, de Eerste Nederlandse Mahjong Vereniging) en een keer per jaar in Amsterdam (organisator: de Kongrovers); daarnaast een enkele keer in Utrecht of Arnhem. Er werd gespeeld volgens de klassiek-Chinese regels uit het ‘rode boekje’ van de Aziatische winkel Eberhardt in Amsterdam. Later, na de oprichting van de Nederlandse Mahjong Bond in 2003, zouden die, na enkele wijzigingen, bekend worden als de Nederlandse Toernooi Spelregels (NTS). Vaak stond Ton of een van zijn familieleden na zo’n toernooi op het erepodium. Want niet alleen Ton, maar ook zijn broer Wim, z’n oomzegger Robert met later diens vrouw Paula, zijn broers Hans en André en zijn zwager Paul Hakker waren fanatieke mahjongspelers. De Rijndersen vormden een luidruchtig gezelschap dat de mahjongtoernooien domineerde in woord en daad. Als een van hen had gewonnen, gingen ze na afloop ergens samen eten op kosten van de gelukkige laureaat.

Kort nadat ik mahjong had leren spelen, schreef ik me voor het eerst in voor een toernooi. Het was in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw, in Rosmalen. Ton Rijnders was een van degenen met wie ik kennis maakte. Een typische Amsterdammer, vlot van de tongriem gesneden, al was hij verreweg de rustigste van het groepje familieleden dat in de pauze nog even een extra potje speelde in hoog tempo, waarbij het verbale geweld nog meer opviel dan het harde spel en het gekletter van de stenen.

Mijn broer Jelte maakte tien jaar later voor het blad van de mahjongbond, Mahjong Magazine, een reportage van de wekelijkse ontmoeting tussen Ton, Robert en Wim Rijnders en Paul Hakker. Hij noteerde een typische discussie:

Gooi ’s wat moois op! 
Heb ik net gedaan! 
Ballen-2. 
Dat is toch zeker levensgevaarlijk! 
Wat zit jij nou te janken? 
Je speelt ballen! Ballen-5. 
Ik word helemaal gek van die jongen! 
Ballen-5. Doe ’s wat voor ’m. 
Ballen-5. Als jullie zó beginnen! 
Dit zal m’n dood worden: Kringen-5. 
Mahjong! Dat was een cadeautje!

Tot 2000 werden in Nederland voornamelijk toernooien met de klassieke Chinese spelregels gespeeld, die in China zelf op dat moment al tientallen jaren hadden afgedaan. Het was de grote tijd van Ton Rijnders. Toen voor het eerst op de website Mahjong News de uitslagen online werden gepubliceerd en informele ranglijsten werden opgesteld, bleek Ton de vaste nummer één. 

Later kwamen er toernooien met moderner varianten: Hongkongmahjong, de internationale Mahjong Competitie Regels en het Japanse riichimahjong. Ton leerde ze allemaal en was ook op deze toernooien regelmatig op het erepodium te vinden.

Ton was fanatiek – soms te fanatiek. Het was in de periode dat ik voorzitter was van de mahjongbond dat Ton betrapt werd op onreglementair spelen. Ton stond nummer één op de ranglijst en had er veel voor over die positie te behouden. Hij sjoemelde een paar keer met stenen die hij in de hand hield. Het bestuur besloot hem van de ranglijst te schrappen en voor een aantal toernooien te schorsen. In het telefoongesprek dat ik erover had met Ton, toonde hij veel spijt. Het ging fysiek slecht met hem, zei hij, hij voelde zich hartstikke ziek; vandaar die fout die hij gemaakt had.  Hij was overgelukkig toen zijn schorsing voorbij was en hij weer kon meespelen. Dat ging al snel weer als vanouds. Hoe goed hij kon spelen, bleek op het wereldkampioenschap 2010 in Utrecht, dat door Nederland werd georganiseerd. Sinds 2002 werden internationaal de moderne Mahjong Competitie Regels geaccepteerd als de internationale standaard voor de wereldkampioenschappen, die achtereenvolgens plaatsvonden in Tokyo (2002), Chengdu (2007) en in Utrecht (2010). Ton, een van de oudste deelnemers, was de enige Nederlander die in de top-twintig eindigde. Hij werd vijftiende en had zelfs lange tijd uitzicht op een nog betere positie.

De laatste keer dat ik Ton Rijnders aan de mahjongtafel ontmoette, was op het Dutch Riichi Open 2016 in Oss. Hij zag er slechter uit dan ooit tevoren. Hij vertelde me dat hij de afgelopen maanden veel gewicht had verloren en dat de artsen eigenlijk niet precies wisten waar dat door kwam.

Zoals gebruikelijk had hij zijn mahjonglat meegenomen. Het was een prachtig exemplaar, ongetwijfeld zelfgemaakt, met zebrastrepen. Helaas was de lat zo groot dat hij een groot deel van het oppervlak van de krap bemeten riichi-matjes in beslag nam. Ik had daardoor moeite om zijn weggelegde stenen goed te zien, maar ik durfde de zieke man er eigenlijk niet op te wijzen. Hij speelde ook slecht; hij verloor die hanchan zwaar, wat hij tamelijk filosofisch opnam. Hij verraste me na afloop trouwens met de opmerking dat hij die dag ‘slechts twee tafels’ had gewonnen. Ik had er zelfs niet een kunnen winnen…

Hij zat aan een tafel met wat andere oude mensen. Rechtop, kleiner dan ooit


Nu, in Triton in Purmerend, een complex waarin een welzijnsorganisatie, een zorgcirkel en de GGD Zaantreek Waterland waren gevestigd, zag Ton er nog slechter uit. Hij woonde op een gesloten afdeling, we moesten een code intoetsen om erin te komen en de deur zorgvuldig achter ons sluiten. Hij zat aan een tafel met wat andere oude mensen. Rechtop, kleiner dan ooit, een beetje bolle ogen. Zijn stoppelbaard had plaatsgemaakt voor een druipsnor. Ik gaf hem een hand. Hij herkende me direct: “Hallo Martin.”

Ton Rijnders leest

Gert en ik gingen tegenover hem zitten. Ton had een plakje cake met slagroom voor zich en een mok koffie. We haalden herinneringen op, natuurlijk aan gewonnen en verloren mahjongtoernooien uit het verleden.

Ton praatte zacht, maar wel verstaanbaar; af en toe duurde het een tijdje voor hij antwoord gaf. Ik was blij dat ik de doos met het mahjongspel in de auto had laten liggen. Een spelletje met hem zat er niet in, dat was duidelijk. We hadden het over zijn successen en over zijn uitstekende resultaat op het wereldkampioenschap. Gert haalde herinneringen op aan de clubavonden bij de Kongrovers. “Ik heb het lang niet meer gedaan”, zei Ton. “Het ging niet meer. Het is jammer. Ik heb al jaren leukemie, en nu is erbij gekomen, eh, Parkinson. Ik kan niet zo snel meer.”

Gert knikte. “Die Parkinson, die heeft jou in zijn greep.”

Ton keek hem aan. Zijn mond vertrok. Tranen welden op in zijn ogen. Hier zat een man die weet dat alles van hem is afgepakt en dat alles is afgelopen.

Het moment duurde maar kort, gelukkig. “Willen jullie m’n kamertje zien?” Natuurlijk wilden we dat. Ton liep er langzaam, maar zonder rolstoel heen; wij volgden. Op zijn kamer stonden de nodige mahjongtrofeeën die hij heeft gewonnen. “Ik heb ze niet allemaal meegenomen”, zei Ton. Hij ging zitten, vermoeid. Naast zijn zelfgemaakte mahjongtafel, met een schitterende, in linoleum uitgesneden Chinese draak. Ik had erover gelezen, nu zag ik hem voor de eerste maal.

Aan een wand tussen twee ramen een kruisje en daaronder het portret van zijn ouders. Ik keek naar de foto van de man, die zijn gezin en andere familieleden mahjong leerde spelen; altijd om geld, dan leerden ze het beter. “Ja, je moet wàt ophangen”, zei Ton.

Familie kwam er genoeg op visite, vertelde hij. “Alleen mahjongers zie ik niet zo vaak meer.” Leuk dat jullie er waren, zei hij bij het afscheid. Ik kreeg een verrassend sterke hand van hem. “Tot de volgende keer”, zei hij.

 

De uitvaart van Ton Rijnders heeft plaatsgevonden maandag 29 april in Purmerend.

Klik hier voor de resultaten van Ton Rijnders zoals gepubliceerd op de website van de Europese Mahjong Associatie (EMA)

 

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum