lille1967Met ingang van het nieuwe jaar mogen ouderwetse, vervuilende brommers Amsterdam niet meer in. Juist dit jaar was het vijftig jaar geleden dat ik mijn laatste vakantie als vrije jongen maakte - op mijn witte Puch Skyrider. Zeven Zaanse jongens naar Parijs, en terug. ‘De mooiste vakantie van mijn leven.’

Vrijdag 7 juli 1967. Er werden die prachtige zomerse dag in Zaandam heel wat traantjes vergoten in het halletje van de woning van mijn toekomstige schoonvader en -moeder aan de Kepplerstraat. We hadden net een paar maanden verkering en dus heel veel zin in elkaar en in een gezamenlijke vakantie. Maar ja, zowel mijn meisje als ik had al maanden geleden vakantieplannen vastgelegd. Zij vertrok met een vriendin naar Terschelling, ik ging met een groepje makkers naar Parijs. Het zou mijn laatste vakantie als ‘vrije jongen’ worden, maar om een heleboel redenen ook een van de mooiste vakanties van mijn leven.

Niemand van ons was ooit in Parijs geweest, dus het was sowieso een hele onderneming. En dan nog met de brommer ook! Helmen waren nog niet verplicht, maar gezien de afstand vonden we het toch raadzaam er allemaal een te komen. Zo vertrokken we de volgende dag in de vroege ochtend met z’n zevenen: een Tomos, mijn witte Puch Skyrider, twee Berini’s, een Kaptein Mobylette, een Kreidler Floret (ja, het was een heel divers gezelschap) en een RAP met Puch-motor.

dinant1967Parijs is ‘puur zo’n eind’ van Zaandam, zoals ze het op z’n Zaans zeggen. We knipten de route van vijfhonderd kilometer dan ook in vier stukjes. De tweede etappe lag in België, waar ze niet over fiets- of brommerpaden bleken te beschikken. Geen nood, op de vluchtstrook van de autostrade reed het ook prima – tot we daar door twee Vlaamse rijkswachters van af werden gehaald. De geschrokken jongens mochten meteen 300 frank per persoon betalen, zo’n acht euro. Ik had er geen zin in. “Stuur de bon maar op naar Nederland”, zei ik. Ik zit nog steeds op die envelop te wachten.

Een kleine week later kregen we, inmiddels vlak bij Parijs, hetzelfde probleem. In de verte de Eiffeltoren, maar nergens fijne brommerpaden. Dus zaten we even later opnieuw op de vluchtstrook van een prachtige snelweg, meteen opgemerkt door Franse politieagenten. Gelukkig bleken die niet zo op de hoogte van de Nederlandse wetgeving, want toen ze onze brommerplaatjes zagen, dachten ze dat het om kentekenplaten ging. “Rij maar door”, gebaarden ze.

hallen parijs67Waar parkeer je zes brommers in Parijs? We hadden geen idee. Bij een parkeergarage vroeg ik in m’n beste Frans of we met z’n zessen één autovak in beslag mochten nemen.  De garagebaas bewonderde eerst m’n Puch van alle kanten (“très beau, très très beau!”) en gaf daarna toestemming.

triomphe
 

Maar we waren toch met z’n zevenen? Klopt, maar de Berini van een van ons had het onderweg begeven. Die lieten we achter op de camping, terwijl de bestuurder afwisselend bij een van ons achterop mocht. We konden hem trouwens niet missen, want hij was een van onze beste sleutelaars. Vijfhonderd kilometer heen en vijfhonderd kilometer terug is, ik zei het al, puur zo’n afstand. Op een gegeven moment zijn we opgehouden het aantal gebroken kabeltjes en vastlopertjes te tellen. Mijn Puch kwam er goed van af, met maar één keer een gebroken kabel.

Parijs was het hoogtepunt van de vakantie van ons leven. We beklommen de Eiffeltoren, lagen met z’n allen in twee krappe bedden in een morsig hotel, we sliepen op straat en lieten ons op de Champs-Elysées het duurste biertje van de kaart aansmeren. Maar het avontuur was groot, en de herinneringen aan die mooie julimaand van 1967 zijn de laatste vijftig jaar alleen maar mooier geworden.

Daar heb ik die traantjes van verdriet vlak voor ons vertrek best voor over gehad.

 

  • Dit verhaal heb ik geschreven voor Puch66 Magazine, het blad van de Puch en Tomosclub voor Hollands Midden. Website: www.puch66.nl
  • Een uitgebreid fotoalbum van deze reis is online te bekijken op mijn Flickr-pagina.

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum