rancho1987Ik heb in mijn bijna vijftigjarige carrière als automobilist maar één auto gehad waar Dicky en ik echt gek op waren. Het was een Talbot Matra Rancho.

Ondanks de schitterende naam – Talbot was voor de oorlog een luisterrijk Brits/Frans automerk – was het gewoon een omgedoopte Simca 1100. Maar wel een ongelooflijk stoere. Op de achterkant had hij een fikse laadbak, die we vaak liefkozend ‘hondenhok’ noemden.  De auto zag eruit als een terreinwagen, je kon er zelfs een katrol met lier op laten monteren waarmee je jezelf uit de blubber zou kunnen trekken als je in het Amazonegebied reed. Op de motorkap was een schijnwerper gemonteerd waarmee je kon zien of er wilde dieren in het bos waren.

We hadden hem speciaal aangeschaft met het oog op de vakantie, want om heen en weer naar de krant te rijden kon ik net zo goed uit met de Ford Fiesta, waarvan ik een aantal heb versleten. Hij had namelijk een grote laadbak, waar we alle kampeerspullen zo in gooiden,  zodat we makkelijk konden hoppen van de ene naar de andere camping. We lieten er een imperiaal op zetten waar de surfplank op paste. Het was een genot naast de tent te zitten, flesje rood uit de supermarché binnen handbereik en te genieten van de aanblik die de Rancho, keurig naast de tent geparkeerd, bood.

rancho1988Achterin was de ruimte zo hoog dat we er een soort vliering in lieten monteren waar we nog wat extra kampeerspullen op kwijt konden. Hiermee langs de Lot of de Garonne rijden was het ultieme genot.

Die katrol met lier heb ik nooit gekocht. Door ruig terrein rijden was niet aan te bevelen, want de auto mocht dan misschien wel lijken op een Landrover of een Range Rover, hij had een gewone voorwielaandrijving. Het was een geluk dat de opbouw van de auto van kunststof was, want de rest was ongelooflijk gevoelig voor roest. Bij elke wasbeurt ontdekte ik nieuwe blaasjes in de lak, die ik zorgvuldig te lijf ging met schuurschijf en roestbestrijdingsmiddelen. Ik had besloten dat dit mijn hobby-auto ging worden en werd zelfs lid van een hobbygarage, vlak achter het Volkskrantgebouw waar ik toen werkte. Dan kon ik af en toe een uurtje knutselen aan de auto.

rancho1988-2Maar technisch ben ik nooit geweest en het onderhoud aan de prachtige auto was te hoog gegrepen voor mij. Niet dat het niet nodig was. Bij regen had ik niet alleen de grootste moeite de Rancho in het rechte spoor te houden - hij leek altijd wel zijn eigen aquaplaning mee te nemen - ik was ook als de dood om door een plas te rijden, want bij opspattend water kon de motor er zomaar mee ophouden. 

De Rancho plaatste ons nogal eens voor verrassingen. Op de terugreis van een vakantie naar Italië kregen we voortdurend signalen van auto’s die ons voorbijreden. We stopten een paar keer, liepen om de auto heen maar zagen niets vreemds. Tot ik ontdekte dat aan de onderkant van de Rancho een groot stuk vilt los hing. De auto bleek aan de onderkant een warm dekentje te hebben, en een deel daarvan was losgekomen. Niets aan de hand dus, ik trok het loshangende stuk eraf om de weggebruikers achter mij niet langer de stuipen op het lijf te jagen en we reden verder. We kwamen ongedeerd thuis.

Maar op een gegeven moment wilde hij echt niet meer, een opkoper haalde hem bij ons op. Met tranen in de ogen keek ik toe hoe onze liefdesbaby uit de straat werd weggesleept.

 

Vorige aflevering: De eerste Eend

Volgende aflevering: De Fiat Stilo, la Vecchia Signora

 

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum