wielie elhorstWielie Elhorst wilde voorganger worden bij het Leger des Heils, net als zijn ouders. Tot hij erachter kwam dat dat voor hem als homo onmogelijk was. Nu is hij wijkpredikant van de PKN in Bussum en LHBT (homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders)-dominee in Amsterdam. En mist hij het kerstfeest van het Leger nog altijd. Een herpublicatie ter gelegenheid van Kerstmis.

Kerst, dat was veel meer dan kerstavond of de vieringen op Eerste Kerstdag. Wielie Elhorst (Zaandam, 1969) herinnert zich van zijn tijd als kind dat de hele maand december in het teken stond van het naderende kerstfeest. Hij genoot van het er op uit trekken, de drukte en de muziek.

Wielies ouders waren heilsofficieren, voorgangers, in het Leger des Heils. Zoals velen in het Leger, participeerden zij ook vóór hun officierschap al in vele kerstvieringen van het Leger. Zo ook Wielie.

“In het Leger word je al vroeg ingezet om mee te doen”, vertelt hij. “Zo zat ik al heel jong in de kindermuziekgroep, waarin ik blokfluit speelde. We gingen overal naar toe, meestal in een rol waarin je iets moest doen. Zingen, meedoen in een kerstspel, uit de Bijbel voorlezen. Ik herinner me opvoeringen van een kerstspel waarbij de hele schouwburg van Middelburg vol zat.”

Er waren wel tien, twaalf vieringen voordat het echt Kerst was. En daarna waren er de vieringen in het Leger zelf, de kerstvieringen voor de eigen gemeenschap.

In de plaatsen waar zijn ouders werkten – Weesp, Sliedrecht, Middelburg en Harlingen – waren geen bijeenkomsten voor daklozen en zwervers. “Daarvan waren er in die plaatsen niet genoeg. Maar wij kwamen wel in ziekenhuizen, verzorgingshuizen en gevangenissen.”

In het Leger des Heils, zo herinnert Wielie zich, heerste een enorm gevoel van urgentie. Het besef dat het werk héél belangrijk was. “En dat werk deden wij met heel veel plezier. Mijn ouders waren beroepskrachten, maar de vrijwilligers werkten net zo hard mee.”

‘Ik houd er niet van om kritisch te zijn op het commerciële karakter dat de kerst heeft gekregen’

Ik houd heel erg van het kerstfeest, zegt Wielie. “Moeilijk een voorbeeld te geven van een heel speciale herinnering. Maar als je vraagt naar mijn mooiste kerstfeest, denk ik toch aan de vieringen waar ik bij aanwezig was toen ik zeven, acht jaar was, in een tehuis voor verstandelijk gehandicapten in Hilversum. Voor die mensen was het ’t jaarlijks hoogtepunt, de zaal zat dan ook afgeladen vol. Vol met verstandelijk gehandicapten, die op allerlei manieren zelf participeerden (lacht). Voor de band staan, dirigeren… Als kind realiseerde ik me dat we het voor deze mensen deden, het maakte indruk op me dat ik met hen in contact kwam. Het was een andere, nieuwe wereld voor mij.

“Iets soortgelijks had ik met een viering in het huis van bewaring in Middelburg. Ik was zestien jaar, zat in de zangbrigade. Je komt dan ook echt in een andere wereld. De deur achter je gaat op slot. Wat mij daar opviel: hoe ook die mensen wachtten op onze bijdrage. De zaal zat afgeladen vol en je merkte hoe ze het waardeerden dat wij kwamen.”

wielie elhorst2

Kerstfeest, zegt Wielie, is een feest dat heel actief uitnodigt om verbindingen te leggen en met mensen in contact te komen die minder goed mee kunnen komen. In het Leger gebeurt dat heel sterk.

“Het is nostalgie, zeker. Maar ook veel meer dan dat. Wat ik nu zeg over verbinding leggen, is de betekenis die ik er nu aan geef, met terugwerkende kracht zou je kunnen zeggen. Als kind vond ik de drukte en de sfeer heerlijk. Ik houd er ook helemaal niet van om kritisch te zijn op het commerciële karakter dat de kerstviering in de maatschappij heeft gekregen. Als wij kunnen laten zien wat het echte kerstfeest betekent, hoeven we niet af te dingen op het feit dat Kerst ook een feest is geworden van lekker eten. Daarmee kun je ook verbinding leggen. Ik vind zo’n tegenstelling creëren nogal moralistisch. Kerst kun je zien als een feest waarop alles tot stilstand komt. Twee dagen lang. Het is toch perfect als je er als kerk een appel op kunt doen je met elkaar te verbinden tijdens Kerst door elkaar op te zoeken? Dat is een enorme missionaire kans.

“Wat ik onderscheidend vind aan het kerstfeest, is dat God ervoor heeft gekozen om als een zuigeling op aarde te komen, met een boodschap die in één keer weggevaagd had kunnen worden, als Herodes zijn zin had gekregen. Precies daarin zit het belang van kerstfeest. Juist naar hen toe te gaan die ook in één klap kunnen worden weggevaagd uit de samenleving. Een uniek verhaal, dat je steeds opnieuw kunt vertellen. Dat de liefde op z’n sterkst is als-ie op zijn kwetsbaarst is.”

Je praat vol liefde en nostalgie over de Kerst bij het Leger des Heils. Toch heeft het Leger je de rug toegekeerd. Je had er carrière willen maken, maar het kon niet omdat je homo bent.

“Ja, je zegt het goed”, antwoordt Wielie. “Ik heb een beetje haat-liefdeverhouding met het Leger. Op mijn negentiende ging ik in Kampen theologie studeren. Voor het eerst was ik ergens waar mijn ouders géén voorganger waren. Toen ging het helemaal mis. De voorgangers in Kampen hadden er niet eens zoveel moeite mee, maar de plaatselijke officieren, zeg maar de kerkenraad, hadden dat wel. Ik kreeg toen bovendien mijn eerste vriendje, en dat gaf problemen bij het ontvangen van aanstellingen, zoals dat in het Leger heet. Het was eind jaren tachtig, ik was vol hoop dat het wel goed zou komen. Er waren destijds trouwens ook officieren die vonden dat de houding inzake homoseksualiteit moest veranderen. Maar het Leger maakt deel uit van een wereldwijde kerk, en dat was toen nog een stap te ver. Inmiddels is er ook in het Leger veel bereikt, hoor.

“Maar achteraf ben ik blij dat het zo gegaan is. Ik draag het Leger een warm hart toe, maar ik kan me geen leven voorstellen waarbij ik steeds problemen zou ontmoeten door mijn seksuele oriëntatie. Er is in het Leger in Nederland nu één openlijke homo-officier. En hij moet nog steeds beloven celibatair te leven. Anno 2016! Voor mij zou dat onbespreekbaar zijn. (lacht) Er is een goede officier verloren gegaan aan mij.”

‘God koos ervoor als zuigeling op aarde te komen. Herodes had zijn boodschap zo kunnen wegvagen’

“Als we het over kwetsbare groepen hebben waar de kerk verbinding mee kan leggen tijdens de kerst, geldt dat ook voor LHBT’ers.” Wielie gebruikt vrijwel nooit het woord ‘homo’, maar spreekt in plaats daarvan van LHBT, wat staat voor ‘lesbisch, (mannelijke) homoseksueel, biseksueel en transgender’. “Ook al is het hier wettelijk wel goed geregeld, dat geldt ook voor Nederland. In Amsterdam organiseer ik de Pink Christmas Kerkdienst, waar een podium wordt gegeven aan die groep, zodat ze op hun manier kunnen participeren in verhaal van het kerstevangelie. Kerst is nogal een familieding, en menig LHBT’er heeft een problematische verhouding met zijn familie. Veel LHBT’ers hebben in elkaar een nieuwe familie gevonden.”

Ben je ook een beetje LHBT-dominee in Bussum?

Wielie: “Je kunt die dingen nooit helemaal scheiden. Toen ik in Bussum kwam, heb ik meteen verteld over mijn activiteiten op LHBT-gebied. In de hoop dat iedere predikant gevoelig is voor de problemen voor iedereen die in een marginale positie verkeert. Ik denk dat dat ook doorklinkt in de manier waarop ik predikant ben.”

Je wordt ook in Bussum benaderd met vragen die betrekking hebben op homoseksualiteit?

“Ja, van binnen en van buiten de kerk. Ik ben blij dat ze mij weten te vinden. Negen van de tien keer zijn het pastorale vragen, en soms inhoudelijke vragen, over de dingen die ik elders doe. Ze maken zich bijvoorbeeld zorgen over hoe mijn werk als LHBT-dominee zich verhoudt tot de inhoud van het geloof. Zoals wanneer ik op de reli-boot sta tijdens de Canal Parade in Amsterdam. Ik heb na mijn benoeming tot LHBT-dominee nogal wat interviews aan landelijke dagbladen gegeven en er zijn er die daar vragen over hebben. God zij dank nodigen ze mij meestal uit erover te praten.”

En de verhouding met  je collega’s in Bussum?

“Daar is het totaal niet aan de orde, bij geen enkele predikant. De PKN is altijd een brede kerk geweest, zeker vanuit het oude Nederlands-Hervormde verleden, en al mijn collega’s weten die breedheid te waarderen. Er is nog nooit een onvertogen woord gevallen.”

Hoe breng je de Kerst door?

“Ik denk dat ik op kerstavond gewoon als bezoeker aanwezig ben in de kerkdienst. Eerste Kerstdag ga ik voor in Bussum. De rest van de dag breng ik door met mijn eerste ex, dat is een goed maatje. Een beetje eten en luieren. Tweede Kerstdag ga ik naar de Westerkerk in Amsterdam, waar delen uit het Weihnachtsoratorium worden uitgevoerd. En dan ga ik naar mijn ouders. Lekker uitgebreid eten, met de familie. Ik heb een heel goede relatie met hen, ze zijn ook heel trots op mij.

“Een standaard kerst, inderdaad. Heel gezellig. Maar toch mis ik nog altijd wel die hele aanloop naar het kerstfeest toe, zoals we die hadden bij het Leger des Heils. Dan was luieren met Kerst zelf ook een beloning voor al het harde werk daarvoor.”

 

Dit artikel werd in december 2016 gepubliceerd in Bussum Onderweg, het kerkblad van de Protestantse Gemeente Bussum. 

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum