soppieDe moeder van alle hitlijsten, de Top 2000, heeft een hele trits van andere lijsten gegenereerd. Ik voeg daar dit jaar mijn eigen lijst aan toe: de top-tien van de eerste platen uit mijn platenkast (soms die van anderen).

Tientallen jaren lang waren ze mijn vrienden. Ze begrepen me als ik verliefd was, verdrietig of weemoedig. Een greep in de platenkast was genoeg om precies de juiste woorden en muziek te laten weerklinken waar ik dat moment behoefte aan had. Muziek kan troosten als de wereld je te veel is of met je dansen als je uit elkaar barst van vreugde.

Ze waren mij trouw al die tijd, en ik ben hun trouw gebleven. Vrijwel alle elpees die ik gedurende een kwarteeuw, van 1963 tot 1989, heb verzameld, bezit ik nog. Heel veel zijn het er niet, ik denk ruim honderd. Van bijna alle herinner ik me precies waar en wanneer ik die gekocht heb. Ze zijn nog klokgaaf, ik heb er al die tijd als een oud wijf over gewaakt. Niemand mocht met zijn vingertoppen het oppervlak van een plaat aanraken en wie te ruw met de hoes omsprong kon een snauw van me krijgen. 

In de jaren zestig liep ik bijna iedere week met mijn vriend Rob Berghege naar het centrum van Zaandam om in de platenbakken bij Tot & Beers (aan de Dam, naast de HEMA) en Muziekhandel Koopman (aan de Gedempte Gracht) te snuffelen. Toen ik trouwde in 1970, moest er ook voor het gezin gezorgd worden en zat er niets anders op dan mijn koopgedrag aan te passen. Mijn allerlaatste vinylplaat dateert uit 1986: Communards van The Communards. Daarna schakelde ik definitief over op de cd. 

Mijn oude vinylplaten draai ik nog steeds. Er is niets zo mooi als het genieten van een mooie platenhoes terwijl je naar de muziek luistert. Maar met de huidige opleving van het vinyl heb ik toch niet zo veel. Waarom 36 euro uitgeven voor Blue and lonesome van The Rolling Stones als de cd in een heel mooie box nog geen 12 euro kost?

Platen kopen was in de jaren zestig een vrij prijzige hobby. Singeltjes kostten 3,25 gulden, later 3,40, 3,60 of 3,95 gulden, dat verschilde nog wel eens. Meestal zat er een simpel hoesje van papier omheen. Hoezen van ep’tjes waren van dun karton en hadden een mooiere vormgeving, als de mini-lp’s die het eigenlijk waren. Ep stond voor ‘extended play: langere speeltijd. Ze hadden meestal twee nummers aan elke kant. 

Soms werden lp’s uitgepond in ep’s. Dat was handig, want zo kon je op een voordelige manier toch aan de sterke nummers van een lp komen. Een ep kostte 6,25 gulden, een lp was onbetaalbaar. ‘Please Please Me’ van The Beatles kostte 18 gulden (in stereo zelfs 21 gulden).

Mijn top-tien overziend komt een zeer diverse smaak naar voren. Ik kocht Franse chansons, zwarte en witte r&b, country en vooral rock and roll. Die rommelige smaak is er in de loop der jaren alleen maar onoverzichtelijker op geworden. Tegenwoordig is er zelfs operamuziek bij gekomen. 

 

Hier komen ze, in (min of meer) willekeurige volgorde.

  

Mango Vendor, Nina en Frederik

ninafrederikDe allereerste plaat die ik kocht was het singeltje Mango Vendor van Nina en Frederik, een Deens/Nederlands duo dat mooie kampvuurliedjes zong en zichzelf op de gitaar begeleidde. Mango Vendor was een grote hit in 1959; ze hadden andere successen met Listen to the Ocean en Suco Suco.
Ik kocht de plaat voor Ria, de aanstaande verloofde van mijn broer Jelte, ik denk in De Bijenkorf in Amsterdam. Ik liet de plaat uiteraard verzegelen, want stel je voor dat iemand anders haar voor sinterklaas met dezelfde plaat wilde verrassen. Het papieren hoesje werd afgeplakt met een papieren zegel, die onherroepelijk kapot ging als je de plaat uit de hoes haalde. Bij heel voorzichtig peuteren kon je hem er onbeschadigd af halen, maar ik heb het nooit aangedurfd zo’n illegaal beluisterd singeltje terug naar de winkel te brengen.

 

A steel guitar and a glass of wine, Paul Anka

Nog altijd vind ik dit een schitterend nummer: een lied vol weemoed en verlangen: ‘Just bring me a steel guitar and a glass of wine, and let me drink to a lover I thought that was mine’. Het dronken, meeslepende stemgeluid van Paul Anka, dat vol verdriet het vertrek van zijn grote liefde bezingt. De plaat zat in de jukebox van Lunchroom Oké aan de Westzijde, tegenover de Stationsstraat en op een paar honderd meter van het Zaanlands Lyceum. Ik dronk er tijdens een tussenuur wel eens een kopje koffie.

 

Je me souviens Édith Piaf 

edith piafDe Franse zangeres Édith Piaf stierf in oktober 1963. Haar overlijden maakte grote indruk op me. Ze was ook in Nederland heel populair, met haar grote chansons (ik vind het woord ‘hits’ bij haar niet zo van toepassing) Mylord en Non, je ne regrette rien

Kort na haar overlijden werd een langspeelplaat uitgebracht waarop haar grootste successen waren verzameld. Het was een 25 cm-lp, die nog wel betaalbaar voor mij was. Ik denk dat die 12,50 gulden kostte bij Tot & Beers, waar ik een maandje na haar overlijden binnenwandelde. (Op de begane grond stonden de radio’s en de tv-toestellen; voor de platenafdeling moest je de spiltrap naar de eerste verdieping op.) Het is nog steeds de enige 25 cm-lp die ik bezit, en een beetje vreemde eend dus in mijn verzameling.

 

Toi qui regrettes, Johnny Hallyday

johnny hallyday toi qui regrettes 1961 2Johnny Hallyday was een beetje foute Franse zanger, voor wie ik niettemin altijd een zwak heb gekoesterd. Hij was beginjaren zestig populair in Nederland, met Tes Tendres Années (‘Spiegelbeeld’, maakte Willeke ervan) en Pour moi la vie va commencer. Maar Toi qui regrettes, volslagen onbekend in Nederland, was het lievelingslied van Patty Visser, die bij mij in de derde klas van de hbs zat en op wie ik stapelverliefd was. Ik was heel trots toen ik erin slaagde de plaat voor haar op de kop te tikken. Op de achterkant staat zowel een Franse als een Engelse versie van Johnny’s vertolking van de hit van Cubby Checker, Let’s twist again. Nog altijd een curiosum. (Patty ben ik na de hbs uit het oog verloren, tot ik haar bij een reünie van het lyceum in 2010 weer in de armen kon sluiten.)

 

Belafonte returns to Carnegie Hall

Harry Belafonte was een wereldster in de tijd dat The Beatles en The Rolling Stones nog volslagen onbekend waren. Day-O en Jamaica Farewell worden tot op de dag van vandaag in Arbeidsvitaminen aangevraagd. ‘Returns to Carnegie Hall’ was een goedkope uitgave van het dubbelalbum dat ik me pas een jaar of tien geleden als cd veroorloofde. De plaat, een echte 30-cm lp, kostte maar 9,90 gulden. Gekocht bij muziekhandel Koopman aan de Gedempte Gracht. Van die zaak herinner ik me vooral de altijd in keurig net pak gestoken meneer Koopman. 

 

From me to you, The Beatles

Vanaf begin 1963 volgde ik op mijn Philips radiootje de Top Twenty van Radio Luxemburg (Your Station of the Stars, 208 meter op de middengolf), gepresenteerd door Barry Alldis. Vanaf dat moment zorgde ik ervoor elke zondagavond om elf uur (’s winters om twaalf uur vanwege het tijdsverschil) het apparaat aan te zetten. Op 21 april 1963 luisterde ik thuis bij Rob aan de Burgemeester Van der Stadtstraat. Vanuit het niets was die dag een nieuwe plaat binnengekomen:  From me to you. Een stel jongens met falsetto stemmen, begeleid door gitaren, een swingende drum en een mondharmonicaatje. Rob deinde op de muziek mee. “Leuk nummer”, zei hij, “dat wil ik wel kopen. Wie zijn het?” Zo ontdekte Rob The Beatles voor Nederland. Eind van die week kocht hij het singeltje bij Tot & Beers. Tot & Beers had een goede inkoper; dit soort obscure bandjes uit Engeland was bij de meeste andere zaken niet te vinden. Uit Engeland kwamen alleen Cliff Richard en The Shadows. Echte rock kwam uit Amerika. Voor ons waren dat vooral Buddy Holly en Little Richard. Met Elvis hadden we niet zo veel. Net zo min als met Cliff.

 

Hold me, P.J. Proby

Rob en ik voelden ons thuis in café ’t Spinnewiel aan de Zuiddijk. Er kwamen leeftijdgenoten, die net als wij gek waren van The Beatles en The Rolling Stones. Barkeeper Gerard Schavemaker vond het prima als klanten hun eigen platen mee van huis namen en in de jukebox stopten. The Beatles waren bevriend met de gekke Amerikaanse zanger PJ. Proby, die in Engeland nogal populair was maar in de ban werd gedaan toen hij op het podium uit zijn broek scheurde. Ik vond Proby’s muziek geweldig - de twee lp’s die ik van hem heb, draai ik nog geregeld. Op een avond nam ik zijn hitsige Hold Me mee naar het café. Barkeeper Gerard deed het plaatje gewillig in de jukebox, maar haalde hem er net zo snel weer uit. Dat gekke geschreeuw ging hem toch te ver. Eigenlijk was Gerard jazz-liefhebber, maar in 1964 was de ondergang van de jazz al ingezet.

 

He’s in town, the Rocking Berries

Bij Tot & Beers begonnen ze eraan te wennen: steeds meer jongeren liepen er binnen en vroegen naar nieuwe platen van nieuwe groepen uit Engeland, zoals The Searchers, The Hollies, Freddie and the Dreamers, Gerry and the Pacemakers. Het personeel deed zijn best het allemaal zo goed mogelijk bij te houden, maar toen we op een zaterdagmiddag in 1964 vroegen naar He’s in Town van The Rocking Berries, werd het de verkoper bijna te veel. “The Rocking wie?”, bracht hij uit. Toen de bestelde plaat er een paar dagen later was, was hij ook nieuwsgierig. Hij troonde ons mee naar een geluidscabine, die normaal alleen was bestemd voor het beluisteren van langspeelplaten. “Bijzondere plaat”, gaf hij toe. Met The Rocking Berries is het in Nederland nooit veel geworden trouwens.

 

Five by five, the Rolling Stones

5x5

Heel trots was ik op mijn exemplaar van de ep Five by five van The Rolling Stones, die ik bij een postorderbedrijf in Engeland had besteld. De plaat stond in 1964 in de Top Twenty in Engeland, maar werd in Nederland uitgebracht zonder het instrumentale nummer daarop, 2010 South Michigan Avenue. Een jaar later kwam Pim Oets bij me op bezoek; ik had in het blad Hitweek een lp te koop aangeboden en Pim, die voor Hitweek schreef, had daar wel belangstelling voor. Toen hij zag dat ik Five by five had werd hij gelijk enthousiast. Pim presenteerde sinds kort een radioprogramma en wilde graag 2010 South Michigan Avenue als tune gebruiken. Dankzij mij kon hij daar eindelijk over beschikken, Een paar weken later stuurde hij me de plaat terug, tot mijn chagrijn met een tekst in balpen op de hoes gekladderd. Vijfentwintig jaar later liep ik door Amsterdam en kwam tot mijn verbazing een winkeltje met computerboeken tegen waarop de naam Pim Oets stond. Ik liep direct naar binnen, drukte Pim de hand en begon herinneringen op te halen aan onze ontmoeting, aan het uitgeleende plaatje en zijn radioprogramma. Tot mijn stomme verbazing wist hij daar niets meer van. “Ik ben veel dingen kwijt uit die tijd”, zei hij verontschuldigend. Een paar jaar later, in 2001, overleed hij.

 

The Rolling Stones, The Rolling Stones

stones lpIn Zaandam kochten Rob en ik al onze platen bij Koopman of Tot & Beers. Maar Amsterdam was net iets beter voorzien. Als je het Centraal Station uitliep, was een van de eerste winkels die je tegenkwam op het Damrak de elektronicazaak Duyvené en Remmers, met een uitstekende platenafdeling. Daar, in de etalage, zag ik een lp die alleen maar de naam droeg van de band die hem had opgenomen: The Rolling Stones. Met bevende vingers telde ik 18,50 gulden uit. Nog nooit had ik zoveel geld aan een plaat uitgegeven. De speldenprikken in de hoes - de plaat was oneerbiedig aan een wand geprikt - irriteerden mij destijds mateloos; nu geven ze extra kleur aan mijn eerste ontmoeting met een ruige Britse groep, die decennia later bekend zou staan als ‘the greatest rock and roll band on earth’. Nog altijd maakt deze bluesplaat, met slechts één eigen compositie, (Tell Me) indruk op me als ik ‘m op de draaitafel leg, vanwege de dynamiek, het enthousiasme en natuurlijk de nostalgie.

 

Bekijk mijn lijstje voor de Top 2000 van 2019

Deze week heb voor de eerste keer gestemd voor de Top 2000. Mijn lijstje kun je hier vinden: 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

Copyright © 2015-2024 Studio Martin Rep Bussum