squibs

‘De Zaanse Pophistorie 1960-2020’ is een indrukwekkend naslagwerk van zestig jaar popmuziek in de Zaanstreek. Van George Baker tot Margriet Eshuys, van The Baby Rockers tot The Dizzy Man‘s Band. Zelfs The Squibs, die geen noot konden spelen, staan erin vermeld. Verslag van het eenmalige, geluidloze en mislukte optreden van de onbekendste Zaanse band.

‘Veel leesplezier’, heeft auteur Rob Hendriks geschreven in het speciale exemplaar van ‘De Zaanse Pophistorie 1960-2020’ dat ik in de voorverkoop heb besteld. Aan leesplezier ontbreekt het niet. Het bij de speciale editie geleverde singeltje (een originele 45 rpm minigroove) moet ik nog beluisteren — ik moet eerst mijn pick-up ombouwen van 33 naar 45 toeren — maar de tekst heeft me inmiddels vastgezogen.

Tot het einde van het boek zal ik niet komen. Als kind van de Sixties heb ik niet veel met moderne uitingen van popmuziek als rap, hiphop en wat er allemaal nog meer is gebeurd na de jaren tachtig. Wat maar goed is ook, die muziek is niet voor mij bedoeld en wat zou er van The Rolling Stones geworden zijn als mijn vader ze helemaal te gek had gevonden?

Bladeren en lezen in de Zaanse Pophistorie is een feestje. Ik kom namen tegen die ik min of meer vergeten was. Herinneringen aan The Baby Rockers en aan avonden in de R.K. Volksbond komen weer boven. Elk weekend deden mijn vriend Rob Berghege en ik wel een nieuwe ontdekking. In café ’t Spinnewiel hoorden we waar we aanstaande zaterdag echt heen moesten en, natuurlijk, welke leuke meisjes we daar konden treffen. 

De index achter in het boek van bandjes, acts en artiesten is een lange lijst die tot verbazing leidt. Nooit geweten dat mijn geboortestreek zo’n vruchtbare bodem is geweest, en vast nog steeds is, voor de popmuziek. En dan zie ik opeens, tot mijn niet geringe plezier, daar de naam van The Squibs tussen staan.

The Squibs! Dat was mijn band! Maar dat kan toch helemaal niet? The Squibs heeft nooit één muzikale noot voortgebracht. Sterker nog, niemand van de leden van ‘de band’ bespeelde een instrument.

Niet dat we onze toekomst al niet hadden uitgestippeld. Rob en ik waren gegrepen door het popgeweld dat Nederland overspoelde in de vroege jaren zestig. Dat wilden wij ook, we zagen ons al springen en dansen op het podium, met gillende meiden in de zaal, terwijl we de spectaculairste riffs uit onze gitaren lieten knallen.

Kortom, we moesten een band oprichten, en snel ook. Een naam hadden we gauw gevonden: The Squibs, oftewel de voetzoekers.  Nu ging het erom nog een paar jongens te vinden om mee te doen. Daarna moesten we aan promotie gaan doen terwijl we ondertussen gitaar zouden leren spelen.

Instrumenten hadden we nog niet, we konden ook nog helemaal niet spelen, maar we hadden lang haar en dat was een mooi begin


The Squibs zijn één keer bij elkaar gekomen. Niet in een garage om onze eerste nummers te oefenen, maar in de fotostudio. Het was op een kille winterdag, zaterdagmiddag 13 februari 1965. De wind waaide om de Bullekerk in Zaandam. We stonden te vernikkelen van de kou. De overige leden van onze groep keken me een beetje ongeduldig aan. The Squibs: Rob Berghege, mijn beste vriend en degene die zich zag als drummer van de band. Otto Hoogendijk zat bij me in de klas op de Christelijke hbs, hij was bestemd de slaggitaar te gaan spelen; Theo Garritsen was een klasgenoot van Rob op de cts en zou de basgitaar gaan spelen. Ik was de beoogde sologitarist van de band. Instrumenten hadden we nog niet, we konden ook nog helemaal niet spelen, maar we hadden alle vier lang haar en dat was een mooi begin.

Ik was degene die dit groepje deze middag bij elkaar had gebracht hier op het plein voor de kerk. En ik had ook de fotograaf geregeld. Mijn oude gymnasium-klasgenoot Jan Jaap Berkhout, die een Yashica tweeoog reflexcamera had waarmee hij schitterende foto’s kon maken, had beloofd te komen en een serie foto’s van ons te schieten.

Het wachten duurde lang. Jan Jaap bleef maar weg. Hij woonde hier nota bene vlakbij: de praktijk annex woonhuis van dokter Berkhout was pal om de hoek. Maar aanbellen bij de statige dokterswoning op Westzijde 81  hielp niet: de dokter had geen spreekuur vandaag en Jan Jaap noch iemand anders deed open. 

Squibs

“Zullen we maar naar Foto Kat gaan?”, stelde Rob voor. Ik keek zuur. Dat ging een hoop geld kosten. Maar de kost ging voor de baat uit. We fietsten naar de studio aan de Westzijde, een paar honderd meter verderop.

Even later stonden we weer buiten, zonder enig vertrouwen in de stijve fotosessie die we net achter de rug hadden. “Ik ga m’n eigen fototoestel halen”, zei ik. Theo haalde zijn broertje op, die had wel eens een fototoestel vastgehouden.

We poseerden bij de Bullekerk stoer in alle mogelijke houdingen die The Beatles ons in maandblad Muziek Express hadden voorgedaan. Maar Theo‘s broertje was geen ervaren fotograaf. Alle foto’s waren onscherp, bewogen of beide. 

De foto die Kat had gemaakt en die ik de dinsdag na dat weekend kon ophalen, kon niet erger. De foto’s van Theo’s broertje waren onbruikbaar. Jan Jaap bleek onze afspraak compleet vergeten te zijn. The Squibs zijn na deze desastreuze dag nooit opnieuw bijeengekomen. Het bleef bij dit eenmalige, geluidloze optreden. Dat de band 55 jaar later alsnog in de Zaanse Pophistorie is opgenomen, voelt dan ook als een kleine erkenning. 

Met de nadruk op ‘klein’. The Squibs hebben uitsluitend de index van het boek gehaald, met daarachter de vermelding ‘alleen bandfoto’. 

Helaas is blijkbaar die bandfoto op het allerlaatste moment over de rand gevallen. Hoe ik ook blader, er is geen plaatje van ons te vinden.

Dat past wel bij The Squibs, vind ik.

 


De Zaanse Pophistorie 1960-2020 is te koop in de reguliere boekhandel. Auteur Rob Hendriks is zondag 13 december, samen met schrijver Martin Rep van De Meidoornstraat, te gast in de literaire salon ‘Mens Durf Te Lezen’ van Anita Gunbach in het Zaantheater. www.mensdurftelezen.nl

Meer info over het boek en hoe te bestellen

Copyright © 2015-2024 Studio Martin Rep Bussum