Op de Rolling Stones-expositie ‘Unzipped’ in het Groninger Museum zijn vele honderden memorabilia te bekijken uit de meer dan vijftigjarige geschiedenis van de band. Maar de mondharmonica die Mick Jagger had meegenomen naar het beladen Kurhaus-concert van 1964 zul je er vergeefs zoeken.
Zaterdagavond 8 augustus 1964 was een warme zomerse dag in Nederland. Maar in de deftige zaal van het Kurhaus, het pronkjuweel van de Scheveningse boulevard met uitzicht op de Noordzee, had het publiek geen belangstelling voor het weer. De honderden aanwezige jongeren daar zaten zich te verbijten in afwachting van de komst van The Rolling Stones.
Het voorprogramma duurde lang; te lang naar de zin van het Haagse publiek, dat niet was gekomen voor André van Duyn of De Fouryo’s, maar voor ‘de nieuwe beatsensatie uit Engeland’, The Rolling Stones. Ondertussen had de zanger van de Stones, Mick Jagger, totaal geen haast. In de kleedkamer maakte hij een praatje met bassist Ad de Boer van Trix and the Paramounts, een van de bands uit het voorprogramma.
De Boer, die zich tegenwoordig Adriaan laat noemen: “The Stones hadden een aparte kleedkamer. Nadat wij hadden opgetreden, waagde ik me daar schuchter naar binnen. Verder deed niemand dat, maar ik kon gewoon binnenlopen. Het waren vriendelijke jongens.”
Ze waren als collega’s onder elkaar. De Britten stelden hem beleefde vragen. Naar aanleiding van de geluiden uit de zaal die tot hier doordrongen, vroegen ze hoe het er boven aan toe ging. Adriaan keek in een geopende doos die daar stond. Spontaan diepte Mick Jagger er een mondharmonica uit en gaf die aan De Boer. “There you are.”
“Thank you”, antwoordde die verrast. “Thanks, and good luck with the show.”
‘Nu komt een band… Vier jongens…en een drummer!’
Op dat moment zat ik ergens achter in de zaal, samen met mijn vriend Rob Berghege en vriendinnetje Bea de Roo, te wachten tot The Rolling Stones eindelijk het podium zouden betreden. De ene na de andere act passeerde de revue, steeds aangekondigd door presentator Jos Brink. Na Trix and the Paramounts met Adriaan de Boer kwam André van Duyn, daarna The Ricochets met Ritchie Clark, The Telstars en The Fouryo's.
En toen was het pauze. De spanning in de zaal steeg toen Brink voor de zoveelste maal naar voren kwam. Zouden dan nu dan eindelijk de Stones komen?
“Nu komt”, begon hij, “een band, vier jongens…” Een zucht van teleurstelling ging door de zaal, tot Jos zijn grapje afmaakte: “…en een drummer!” Op hetzelfde moment brak de hel los. Een kwartier later werd het concert voortijdig gestaakt.
Onze teleurstelling maakte plaats voor trots: wij waren erbij geweest!
Precies dertig jaar later, zaterdag 8 augustus 1994, liepen Rob en ik opnieuw door Den Haag, en opnieuw was ons doel een evenement met The Rolling Stones. We hadden kaartjes gekocht voor het Haagse Filmhuis aan het Spui, waar de film zou worden vertoond die de Haagse amateur-cineast DirkJan Vos had gemaakt over het concert van 1964. In de tussenliggende jaren was er heel wat gebeurd. Onze teleurstelling over het afbreken van het concert had inmiddels plaatsgemaakt voor trots: wij waren erbij geweest, het roemruchte Kurhaus-optreden!
Het was achteraf gezien niet zomaar een concert geweest dat we hadden bijgewoond. Het had een schok veroorzaakt die nog jaren zou naklinken in Nederland. In één klap waren de brave jaren vijftig voorbij. De ruige Britse band had Holland wakker gekust. Artiesten als Anneke Grönloh en The Fouryo’s hadden hun tijd gehad en maakten plaats voor de ‘Britse golf’, waarmee in het kielzog van The Beatles en The Stones groepen aanspoelden als The Pretty Things, The Yardbirds, The Kinks, The Hollies, The Swinging Blue Jeans, The Zombies en noem maar op. Alle reden voor DirkJan Vos om dit bijzondere stukje Haagse geschiedenis op video vast te leggen.
Temidden van een luidruchtig stelletje Hagenaars liepen we het Filmhuis binnen. Het leek wel een reünie, veel van de aanwezigen waren blijkbaar ook bij het concert geweest. De ene haalde nog stoerdere herinneringen op dan de ander. Rob en ik zeiden maar niet veel, onze grootste zorg was destijds geweest hoe we heelhuids de zaal uit konden komen en niet onder de hoeven vertrapt te worden van het politiepaard in de gang.
De film bevatte fragmenten van het Kurhaus-optreden, maar bestond vooral uit de verhalen en herinneringen van jongelui uit de Haagse beatscene die erbij waren geweest. Ze vertelden niet alleen over het concert, maar ook over het Den Haag van die tijd. Hoe overal bandjes uit de grond schoten, hoe de ene groep hippe Hagenezen gekleed was en op welke brommers de andere zich voortbewoog.
The Rolling Stones hadden zeventien minuten opgetreden en vijf nummers gespeeld. Halverwege raakte Mick Jagger zijn microfoon kwijt, zodat verder zingen onmogelijk werd. Terwijl de chaos in de zaal toenam, speelden The Stones nog twee instrumentale nummers, totdat de gordijnen werden dichtgetrokken. Tot woede van het publiek, dat nu in verhoogd tempo het sloopwerk van chique interieur van de Kurzaal afmaakte. Armaturen en armleuningen vlogen richting het podium, complete rijen stoelen werden neergehaald, fluwelen gordijnen aan flarden gescheurd.
Tussen het sloop- en breekwerk door slaagden wij erin zonder kleerscheuren de zaal te verlaten. In de gang lag glas van een gebroken deur, een jongen liep rond met snijwonden. We moesten buiten zien te komen. Toen we daar eenmaal waren, barstte een hevig onweer los boven Scheveningen. Kletsnat bereikten we de tram.
De souvenir van het concert zou een speciale plek hebben verdiend op de Stones-expositie
Adriaan de Boer en de andere bandleden van Trix and the Paramounts hadden het rampzalige concert backstage gevolgd. Zo konden ze van dichtbij zien hoe nerveuze politieagenten tekeer gingen tegen het Haagse publiek, fans op het podium vastgrepen en de trap afsmeten. In latere tv-interviews luchtte Mick Jagger zijn hart over dat keiharde optreden van de ‘Dutch cops’.
Toen de rust min of meer was teruggekeerd, legde Adriaan de mondharmonica van Mick Jagger naast zijn andere spullen in een koffertje. Het was een bijzondere herinnering aan een bijzonder concert.
Deze souvenir van het concert zou nu goud waard zijn geweest en een speciale plek hebben verdiend op de Stones-expositie Unzipped.
Het liep anders. Adriaan de Boer was er blijkbaar niet zo zuinig op. Zijn vierjarig zoontje Roald kreeg het instrument te pakken en sloopte het net zo vakkundig als het publiek in 1964 met het Kurhaus had gedaan. De mondharmonica van Mick Jagger vond een roemloos einde in een Amsterdamse vuilnisbak.
The Rolling Stones in het Kurhaus, een film van DirkJan Voshttps://www.youtube.com/watch?v=gO4RzLhv358&feature=youtu.be Reportage van DirkJan Vos (20 minuten) over het optreden uit 1994. In de videofilm vertellen historicus René Spork, bezoekers Hans van Oosterhout en Paul de Koning, en politieagent Jan Timmer over het concert. Met beelden van de REM-film, een minuut footage van Jacques de Gier (Reuters/Visnews) en een 8-mm film van Aad of Ab Tamboer, met daarop beelden van onder meer het voorprogramma met The Telstars(?) en Robbie van Leeuwen en Rudy Bennett (Ruud van de Berg) van Ritchie Clark en de The Ricochets. Voorts traden op André van Duin, Trix (Triks) and The Paramounts en de Fouryo's. De geluidsband is afkomstig van opnamen van Willem van Kooten. Met dank aan Fenno Werkman voor de REM-film. |
The Rolling Stones 'Unzipped'. Het Groninger Museum is gesloten. Naar verwachting zal de sluiting duren tot en met dinsdag 19 januari 2021.
Rolling Stones-pagina op website De Jongenskamer van DirkJan Vos
The Not Band van Adriaan de Boer