The Beatles Get BackIk kijk naar de driedelige Beatles-documentaire ‘Get Back’ die sinds een paar weken is te zien bij Disney+ en ben gegrepen door het verloop van de eindeloze muzikale sessies, de onderlinge ruzies en het creatieve proces van het maken van songs. In deel 2 gaat dat een stuk beter dan in deel 1.  Ondertussen herbeleef ik mijn eigen Beatle-geschiedenis: hoe ik Joost den Draayer zijn eerste Beatle-plaat liet draaien. 

De spanning is te snijden aan het begin van deel 2 van de Beatles-documentaire ‘Get Back’. George Harrison is inderdaad niet teruggekomen naar de Twickenham studio om verder te werken aan de nieuwe Beatles-lp en aan de tv-special die deze maand, januari 1969, beslist klaar moet zijn. Hij is de vorige dag boos weggelopen, neemt de telefoon niet op en schijnt vertrokken te zijn naar Liverpool. “Stuur hem een telegram”, stelt Ringo voor. 

Alleen Ringo en Paul zijn er. Ze hangen doelloos rond in de studio. Ook John is er nog niet, ze zullen op hem moeten wachten tot er weer wat muziek gemaakt kan worden. Paul is momenteel nog de enige drijvende kracht van de vier Beatles. Hij lijkt erin te berusten dat Yoko Ono tussen hem en zijn beste vriend is komen te staan. Berustend zegt hij dat John ongetwijfeld voor Yoko zal kiezen als hij gedwongen zou worden tot een keuze tussen haar en The Beatles. 

Hij verzet zich inmiddels niet meer tegen de storende aanwezigheid van Yoko in de studio. Deze dag heeft hij dan ook maar zijn eigen vriendin, Linda Eastman, meegenomen. “Hé, weten jullie dat Linda in verwachting is?”, vertelt hij bijna terloops, terwijl zij verlegen lacht. Het wordt een heel familiegebeuren in de studio, want we zien even later ook Heather, de dochter uit Linda’s eerste huwelijk, rondrennen en plezier maken op het drumstel van Ringo. 

Yoko was voor mijn vriend Rob en mij de vrouw die een beslissende rol speelde bij het uiteenvallen van The Beatles; pas later begreep ik dat de werkelijkheid een stuk gecompliceerder was. Twee maanden na de Get Back-sessies zouden John en Yoko trouwen in Gibraltar en hun huwelijksreis deels doorbrengen in Amsterdam. Journalisten en fotografen verdrongen zich rond hun huwelijksbed in het Hilton Hotel, hemelsbreed slechts 9,2 kilometer verwijderd van mijn eigen kamertje aan de Meidoornstraat in Zaandam. Het stel liet zich fotograferen en interviewen terwijl ze in pyjama in bed lagen, helaas zonder, zoals sommigen verwachtten, voor het oog van de pers de heilige verplichtingen van de huwelijksnacht publiekelijk over te doen.  

Collega Peter S. Kok van De Typhoon aan het huwelijksbed van John en Yoko


Tot de journalisten uit binnen- en buitenland die zich in de hotelkamer verzamelden en die de muffe geur konden opsnuiven van het stel dat al dagen tussen de lakens lag, behoorde ook verslaggever Peter S. Kok van het dagblad voor de Zaanstreek 'De Typhoon'. Peter was eerder mijn collega geweest bij De Zaanlander, maar had, tot verontwaardiging van zijn Zaanlander-collega’s (‘verraad!’) de overstap gemaakt naar de grote concurrent. Voor De Typhoon ging hij de wekelijkse jongerenpagina verzorgen en zodoende woonde hij ook de persconferentie bij van John en Yoko tijdens hun Amsterdamse ‘bed-In’. 

bed in hiltonOog in oog met mijn idool John Lennon, dat had ik ook wel gewild en ik had John natuurlijk veel betere vragen gesteld dan Peter. Ik wist immers, zo vond ik zelf, veel meer van popmuziek en van The Beatles dan Peter Kok. Maar het verschil tussen Peter en mij was dat hij verslaggever was — hij schreef een tamelijk kritisch verhaal over The Beatles, waarin hij hen ervan beschuldigde met alle trends in de pop mee te waaien — en dat ik vooral fan was gebleven. 

hette visser

knipsel trouw 23nov63Fan was ik al vanaf het moment dat The Beatles doorbraken in hun eigen land. Het lukte me in het voorjaar van 1963 dankzij een briefkaart aan de invloedrijke Radio Veronica-discjockey Joost den Draayer om ‘Please Please Me’ te laten draaien in zijn programma ‘Joost Mag het Weten’. Het was misschien wel de eerste keer dat Joost een plaat van The Beatles draaide, want zijn belangstelling ging voornamelijk uit naar Amerikaanse zangers en groepen. Een ander succesje: verslaggever Hette Visser schreef in dagblad Trouw een stuk in de jongerenrubriek Expres waarin hij de vloer aanveegde met The Beatles. De woedende reactie daarop van Rob en mij verscheen een week later in Trouw. 

Terug naar de Beatles-docu ‘Get Back’. Tegen lunchtijd komt John eindelijk opdagen. Er wordt overlegd hoe ze George Harrison kunnen ompraten om weer naar de studio te komen. “Als hij dinsdag niet terug is, vragen we Eric Clapton”, zegt Lennon. Zo ver komt het niet. George laat zich vermurwen. Vanaf dat moment doet ook John beter zijn best en werkt hij zowaar af en toe enthousiast mee met het pingelen en neuriën van Paul om songs te creëren. Ondertussen zie je de vier Beatles vooral gekkigheid uithalen, oude songs herhalen — Paul en John slagen erin te zingen terwijl ze hun kaken op elkaar geklemd houden — en als kijker vraag je je af hoe ze ooit binnen de geplande tijd de veertien songs voor de nieuwe lp plus de tv-special gereed kunnen krijgen. 

Kabels als een slapend spaghettimonster op de vloer


Om de zaak vlot te trekken, besluiten ze de grote, kille Twickenham studio te verlaten en terug te keren naar hun eigen Apple-studio. Bovendien wordt de sfeer een stuk beter als Billy Preston komt opdagen. Billy kennen The Beatles nog uit de tijd dat ze als onbekend Brits bandje optraden in nachtclubs in Hamburg. Hij is een leuke knaap en een buitengewoon kundig muzikant ook. Dat komt goed uit, want omdat The Beatles hun plaat live willen opnemen, met zo weinig mogelijk ingrepen achteraf aan de mengtafel, hebben ze dringend behoefte aan een keyboardspeler. En niemand is zo thuis op het keyboard als Billy Preston. Billy is de enige muzikant die als tijdelijk lid van The Beatles credits voor zijn medewerking zal krijgen op een Beatles-plaat.

Er gaat heel wat tijd verloren met de verhuizing naar de Apple-studio. De hoeveelheid kabels die als een slapend spaghettimonster over de vloer liggen verspreid is verbijsterend.  Maar met uitzondering van Paul lijkt niemand van de band zich daar veel zorgen over te maken. “Als ik met de rug tegen de muur kom te staan, komt het vanzelf”, zegt John opgewekt, die blijkbaar uitziet naar het naderen van de deadline. 

De tv-special wordt gecanceld, de gedachten gaan nu uit naar een gratis, allerlaatste concert voor de fans. Dat zal nog moeilijk worden, want waar zouden ze dat op zo’n korte termijn moeten regelen en trouwens: kunnen ze het nog wel, optreden? Ze hebben immers al drie jaar lang niet meer live gespeeld. 

Ondertussen begint de band eindelijk weer te swingen. De magie is terug. We horen talrijke versies van Let It Be, waarbij Paul zichzelf begeleidt op de piano. We horen Get Back groeien, van een deuntje dat als vanzelf ontstaat bij het rammelen op de gitaar, van een protestsong tegen het Britse vreemdelingenbeleid tot een onvervalste rocker. 

“…Left his home in hm hm Arizona”, neuriet Paul. En even later:

 “Jojo left his home in Tucson Arizona…”

“Ligt Tuscon in Arizona?”, vraagt John. Paul weet dat wel zeker.  “Daar namen ze ‘High Chaperral’ op.”

Dan hakken ze een knoop door over hun allerlaatste live optreden. Als alle mogelijkheden de revue zijn gepasseerd en zijn afgewezen, besluiten ze dat het het een lunchconcert zal worden op het dak van hun eigen gebouw. Een rooftop concert, voor de buurt en alle toevallige voorbijgangers. In de wereld van The Beatles is niets te gek.


Copyright © 2015-2024 Studio Martin Rep Bussum