bar-oparep-1

Klein eerbetoon aan twee mensen die ik nog steeds mis: mijn klussende vader en mijn klussende schoonvader. En een merkwaardig boekje uit de nalatenschap van Dirk.

boekjedirk-1

Waarom zou iemand plaatjes van gereedschap, zo te zien afkomstig uit een catalogus, zorgvuldig uitknippen en even netjes in een ouderwets notieboekje plakken?

De grafische afbeeldingen beginnen bij de A van Afstriptang en eindigen bij de Z van Zijsnijtand. Tussendoor hebben we kennis gemaakt met de Kornagel, de Sloopbeitel, het Stopmes en tal van andere gereedschappen, 49 genummerde pagina’s lang. Geen toelichting, catalogusnummers; alleen dit: een afbeelding en een naam.

Moeilijk te zeggen. Mijn schoonvader Dirk Mantel was een merkwaardige kerel. Hij werkte als magazijnmeester bij de Zaanlandse Scheepsbouw Maatschappij, de ZSM, in de Achtersluispolder in Zaandam. Toen die failliet ging in 1972, stond hij nog een tijdje achter de toonbank in een ijzerhandel, dus misschien is dat boekje wel uit die tijd.

Net als mijn schoonvader was mijn vader een klusser. Beiden zijn al lang geleden overleden. Dirk is er al bijna veertig jaar niet meer. Kerst en Sinterklaas hadden we nog gezellig gevierd, kort daarna bleek een operatie noodzakelijk nadat hij donkere urine had geproduceerd. “Niks aan de hand, heb ik vroeger ook al eens gehad toen ik in dienst zat”, zei hij. In februari 1977 werd hij geopereerd, waarbij een tumor werd ontdekt, een maand later was hij dood. Nee, Dirk was geen geheelonthouder maar hij was beslist geen drinker. Hij had gewoon pech; hij was nog geen 64. Onze oudste dochter heeft vage herinneringen aan hem, de jongste helemaal niet. Hij heeft gelukkig vier van zijn vijf kleinkinderen in zijn armen gehad. In het ziekenhuis stond hun foto op zijn nachtkastje.

Thuis stonden in de badkamer nieuwe tegels klaar waarmee hij aan de slag zou gaan zodra hij uit het ziekenhuis ontslagen zou worden. Die hebben daar nog lang gestaan. Dirk had op de vliering van zijn huis een hokje afgeschut waar een indrukwekkende hoeveelheid gereedschap was opgehangen. Elk stuk had een eigen plek, soms met krijt afgetekend. Hij verzamelde jampotjes om schroefjes, moertjes en spijkertjes in te bewaren. Tot lang na zijn dood hield mijn schoonmoeder dat kamertje, met de inmiddels werkeloze gereedschappen, in ere.

boekjedirk-2

Mijn vader had iets dergelijks in zijn garage in Castricum, waar een batterij spullen was opgehangen. Voor de plaatselijke kanarievereniging had hij een klus aangenomen om enkele tientallen hokjes te maken, het hele erf lag ermee bezaaid. Per hokje verdiende hij een paar gulden. Af en toe hielp ik hem door een van mijn twee linkerhanden uit te steken, meestal voor lullige klusjes als een plaat triplex vasthouden die mijn vader door de cirkelzaag voerde. Tinus was minder thuis in gereedschap dan Dirk, en erg veel kennis had hij er niet van. Hij had het over een ‘konetang’ als hij een bahco bedoelde, en een waterpomptang heette een Engelse sleutel. De nijptang werd vaak als hamer gebruikt. Nee, dan Dirk; die had voor elk klusje het juiste passende gereedschap. Het typische was dat Tinus veel effectiever was. Die maakte een pracht van een kist waar onze kinderen hun speelgoed in konden opbergen. Dirk vond die mooi, en maakte er ook een, voor zijn twee andere kleinkinderen. Maar die van Tinus won afgetekend van het grovere model dat Dirk had gemaakt.

Aan het eind van zijn leven – hij werd bijna 86 – kluste mijn vader niet veel meer. Het gereedschap verzamelde stof in de schuur. Een van de laatste keren dat we samen iets moesten doen, was ik degene die zaagde terwijl mijn vader het lullige klusje deed van het lange eind van de plank vasthouden. Ik zal nooit vergeten dat me dat heel weemoedig stemde.

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum