scheltemaDe Volksknar, het ‘Clubblad van het Genootschap van Ouwe Knarren van de Volkskrant’, bestaat binnenkort tien jaar. Hoe alles veranderde en alles hetzelfde bleef.

Le coeur bien au chaud
Les yeux dans la bière
Chez la grosse Adrienne de Montalant
Avec l'ami Jojo
Et avec l'ami Pierre
On allait boire nos vingt ans *)

Café Hesp aan de Weesperzijde was een van de mooiste kroegen van Amsterdam. Vooral ’s morgens, als de zon door de glas-in-loodramen speelde en de vroege pilsjes verlichtte die her en der al voorzichtig op tafeltjes werden gezet. Mooi gelakte houten lambrisering, de barkrukken en caféstoelen precies zoals ze moeten zijn.

Niet dat wij, de redacteuren en verslaggevers van de Volkskrant, daar ’s morgens al zaten. Als dat al gebeurde, was er iets heel ergs gebeurd. Dan was er een collega begraven. Massaal was de redactie eerst naar Zorgvlied gegaan om afscheid te nemen. Hendrik de Jong, een veel te jonge buitenlandredacteur: de ene dag nog vol in het leven, de volgende dag weg. Iets onbegrijpelijks. Een indrukwekkende uitvaart en daarna naar Hesp. Daar werd gejankt en gevloekt en vervolgens het laatste en het allerlaatste glas op Hendrik genomen.

Gelukkig gingen we meestal pas tegen het eind van de middag naar Hesp, al zijn de verhalen talrijk van collega’s die toch even behoefte hadden aan een kleine alcoholische lunch. Bij Hesp, zo verzekerde Harry Lockefeer mij, was iedereen gelijk en wat je in Hesp te horen kreeg, bleef binnen de muren van hat café. De hoofdredacteur – hij, Harry dus – kon daar ruzie krijgen met de stadsverslaggever zonder dat dat gevolgen had voor de professionele verhoudingen. Harry vertelde het me toen ik hem er tegenkwam op een van de eerste dagen dat ik bij de krant werkte. Vergeefs wachtte ik tot hij me een pilsje aanbood.

Een taxirit van 125 gulden is best te declareren. Of toch niet?


Het was natuurlijk makkelijker als Harry er niet bij was, want dan konden we het er onderling makkelijker over hebben wat we allemaal verkeerd vonden aan de krant. Met een glas bier in de hand werden haarscherpe en feilloze analyses gemaakt van hoe het moest. Het was een schitterende tijd. Een paar honderd meter verderop stond het Volkskrantgebouw te blinken in de zon, waar we de mooiste en de beste krant van het land maakten, en hier, in Hesp, was het één groot feest met de Volkskrant-familie. Ha, Maurits, leuk verhaal van jou in de krant vanmorgen. Dank je Rep, maar waarom hebben jullie van de eindredactie nou net die ene mooie quote eruit gesloopt? De getourmenteerde sterverslaggever leunde er tegen de onderwijsredactrice. Jaap Huisman zoog de woorden van Jan Blokker in, Kees Bastianen van de verslaggeverij vertelde Haags redacteur Bob Groen hoe het nou werkelijk zat in politiek gissend Den Haag. Hier werden romances geboren en carrières gebroken. Er werd niet zelden een glas te veel gedronken en collega’s vergaten wel eens dat ze tijdig hun verhaal moesten inleveren. Bob Groen nam na zo’n avondje Hesp de taxi naar huis – op kosten van de krant, had ik gehoord. Dus toen ik na een avond vol grootse discussies de laatste trein naar huis miste, besloot ik ook een taxi te nemen. Alleen woonde ik niet in de stad, maar in Leusden, toch een rit van drie kwartier. Peter van den Berg verzekerde me dat dit absoluut onder werken viel en dus kon worden gedeclareerd, maar de volgende dag leek het me toch een minder goed idee de kosten, bijna 125 gulden, bij de krant te declareren. Het verhaal heeft nog lang deel uitgemaakt van het vaste repertoire in Hesp.

Zelf kwam ik niet zo heel vaak in Hesp. Eindredacteuren hebben noodgedwongen een strengere discipline dan verslaggevers. De krant zakt elke dag op dezelfde tijd en er mag nog geen tikfoutje in staan. Alleen chef-nacht Jan van Capel waagde zich op de laatste vrijdag van zijn nachtdienst er wel eens om vijf uur aan een klein biertje. Bovendien ging Hesp veranderen, of misschien juist niet. Wat bleef: Ben Haveman maakte er ruzie met Bert Vuijsje, Kees Bastianen riep wat er verkeerd was met de hoofdredactie, de nieuwsdienst en de eindredactie. Wat veranderde: de jongere collega’s die een werkende vriendin hadden, hadden geen tijd voor het café maar moesten de kinderen uit de crèche halen. Een kleiner wordend groepje ouderen bleef mopperend achter. Bovendien was er steeds iets met de rekeningen van Hesp.

heps

 

Scheltema

Le coeur au repos
Les yeux bien sur terre
Au bar de l'hôtel des ‘Trois Faisans’
Avec maître Jojo
Et avec maître Pierre
Entre notaires on passe le temps

Café Scheltema aan de Nieuwezijds Voorburgwal is anno 2015 wat Hesp was dertig jaar eerder. Net voordat je er naar binnen loopt, moet je even naar links kijken. Dan zie je op de punt van de Nieuwezijds een gebouw met een merkwaardige ronde toren. Dat is waar de Volkskrant tot in de jaren zestig gehuisvest was, maar dat was ver voor mijn tijd.

Binnen zitten ‘Volksknarren’ die dat nog wel hebben meegemaakt. Jan van Capel bijvoorbeeld, die hier vandaag is neergestreken met een aantal pensionado’s van de Volkskrant voor een bijeenkomst van het officieuze genootschap van de Volksknarren. Het is een geuzennaam, ontleend aan het digitale blad dat binnenkort tien jaar bestaat. Het wordt gemaakt door Jacques de Jong, liefst 75 inmiddels, maar als je zegt dat hij zestig is, geloof je het ook. Hij is niet alleen hoofdredacteur en verslaggever van de Volksknar, maar ook de initiator van deze bijeenkomsten, die een paar keer per jaar worden gehouden. Mijn Volkskrant-tijd ligt al 25 jaar achter me, maar na mijn pensionering lijken de tussentijdse jaren weggevallen. Ik voel me hier helemaal thuis, ‘knar’ tussen de ‘knarren’.

De groep knarren die hier komt, varieert in omvang. Dit keer zijn het een stuk of twaalf, er zijn er ook wel eens zes, of twintig. Martin Schouten wandelt binnen – “Martin, hoe gaat het met je nieuwe boek?” – en daar is warempel Cor Groeneweg, in gezelschap van zijn vrouw Lucy Prijs. Met Cor moet ik nodig bijpraten, want die heb ik niet gezien sinds hij de krant verliet omstreeks 1986, en we zijn ook nog, heel kort, collega’s bij NieuwsNet geweest. Willem Beusekamp, altijd goed voor een paar sterke verhalen, woont de helft van het jaar in Italië maar komt even laten zien hoe welvarend hij eruit ziet. En wat is Cees Gloudemans grijs geworden.

‘Tien jaar lang zijn we elke veertien dagen verschenen. Waanzinnige frequentie’


Het is een nieuwjaarsborrel, zegt Jacques de Jong. Hij geeft dan ook een rondje bitterballen en houdt op mijn verzoek een nieuwjaarstoespraak. Tien jaar lang bestaat de Volksknar inmiddels, en als hij vóór april kans ziet een nieuwe ‘Knar’ te laten verschijnen, “dan betekent dit dat we tien jaar lang elke veertien dagen zijn verschenen. Waanzinnige frequentie, volgens kenners”, zegt Jacques, en hij is natuurlijk zelf de beste kenner.

Tien jaar lang een digitale krant met een belangrijke samenbindende functie voor de knarren van de Volkskrant. Jacques tekent er portretten voor en is ook nog eens fotograaf. Sinds een paar jaar helaas zonder de inspirerende inbreng van Han van Gessel, van wie we in 2013 afscheid namen op Zorgvlied. Maar nog steeds elke keer een blad om naar uit te zien. Verhalen in de categorie ‘weet je nog wel’, maar ook over: wat doen de knarren tegenwoordig, inside-stories over de Volkskrant zelf, interviews met knarren die iets bijzonders hebben gedaan – de meeste van hen hebben wel een paar boeken geschreven – kortom: gewoon een actuele krant. En helaas, af en toe een necrologie, het is niet anders.

Vanmiddag, in Scheltema, wordt verteld dat Piet Peperkamp is overleden. Er gaat een verhaal rond over Daf en manchetknopen, waarin Piet de hoofdrol speelt, maar dat kent inmiddels iedereen, dus dat hoef ik hier niet te vertellen.

Een sms’je van het thuisfront. Ach ja, het wordt weer tijd. Ik zal dit keer die laatste trein maar niet missen. 


Het verhaal over de manchetknopen van Piet Peperkamp: De manchetknopen van Piet Peperkamp

Download het jubileumnummer 200 van de Volksknar (augustus 2012)

* (Liedteksten: Les Bourgeois, Jacques Brel)

 

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum