jelteraroozzwemmenzaan03vZwemmen in de Zaan was voor mijn oom Auke, geboren in 1914, de gewoonste zaak van de wereld. Mijn neef, zijn zoon Jelte Rozema, nu 68, schrijft op mijn verzoek op wat hij zich herinnert over het zwemmen van zijn vader.

‘Zwemles was er in zijn tijd niet. Hij heeft zichzelf zwemmen geleerd. Waarschijnlijk in de Zaan, onder toezicht van zijn vader, hoofdagent van politie Jelte Rozema. Hij had een merkwaardige zwemstijl. Het was een soort halve crawl; zijn linkerhand stak naar voren in het water en zijn rechterhand duwde het water weg. Naar zijn vader riep hij dan enthousiast: “Heit, heit, de Abbingslag!” Wie Abbing was, weet ik niet.’

Toen Auke Rozema en zijn vrouw, mijn tante Gees, in de jaren zeventig verhuisden naar de Zuiddijk 405H, zwom hij geregeld in de Zaan vanaf de steigers aan de scheepswerf bij E.G. van de Stadt, de werf waar hij werkte. Jelte Rozema: “Op de foto, genomen door mijn broer Wieger, ligt ik in het Zaanwater naast mijn vader. Ik had nog haar op mijn hoofd, dus de foto is van lang geleden. Ik denk 1976; dan zou mijn vader 62 en ik 26 zijn geweest.”

Weer later gingen Auke en Gees wonen in het Pennemes. Jelte Rozema: ‘Toen ging mijn vader op zijn brommer naar het Twiske om te zwemmen. Dat heeft hij tot een maand voor zijn dood in 2002 volgehouden.’

 

Copyright © 2015-2024 Studio Martin Rep Bussum