sluizen-zaandamHoe de patates-frites zijn intrede deed in Zaandam, en een verloren weddenschap rond vijfentwintig kroketten. Wist je trouwens dat het volgende week Nationale Krokettendag is?

Culinair journalist Johannes van Dam noemde de kroket de koning van de Nederlandse snacks. Dat was Henk Soek met hem eens – achteraf bezien dan, want Johannes kenden we toen nog niet; die zat in 1961, net als wij, nog op de middelbare school. De sterfdag van Johannes van Dam, 9 oktober 2013, is vorig jaar uitgeroepen tot Nationale Krokettendag.

De kroketten inspireerden mijn klasgenoot Henk tot een krankzinnig idee. Gekke ideeën had hij vaker. Hij stond met een herenhoed in doel bij voetbalvereniging Zaanlandia; toen hij in de klas voor Sinterklaas mocht spelen, stond hij erop dat hij een sigaar mocht opsteken, ‘Sinterklaas mocht immers best roken’, en toen hij genoeg van de hbs had, bleef hij van de ene op de andere dag weg.

Nu had hij zich voorgenomen minstens vijfentwintig kroketten achter elkaar op te eten. Wat hij ermee wilde bewijzen en waarom hij het deed – geen idee. Maar als Henk het in z’n kop had, had hij het niet in z’n kont. Hij sloot een weddenschap af met mij dat hij het zou redden. Een tegenprestatie hoefde ik niet te leveren, ik zou hem alleen de kroketten betalen als hij er vijfentwintig naar binnen zou werken. Vijfentwintig keer dertig cent of een kwartje, al naar gelang de snackbar die we zouden aandoen.

We waren een jaar of vijftien, we hadden een klein beetje zakgeld – mijn vader overhandigde me op zaterdag een blauw briefje van twee gulden vijftig of een zilveren, ‘vaste’ rijksdaalder – en we konden ons af en toe uitspattingen permitteren als het kopen van een zak frites. ‘Patat met’, heette dat in de Zaanstreek. Een zakje kostte een kwartje, met mayonaise erbij een dubbeltje meer. (Er bestond ook iets wat piccalilly heette: een groene massa uit een pot waar allerlei onbestemd zuur in dreef en die maar vijf cent extra kostte. Ik kende niemand die dat lustte.)

Puntzakje

Ergens rond 1957 moet de eerste frietkraam in Zaandam zijn verschenen. Kok, heette die, en de kraam stond bij de oude Wilhelminabrug, vlak bij het Havenmeesterkantoor, een namaak zeventiende-eeuws pandje met een schitterende trapgevel, geliefd bij alle Zaandammers maar rücksichtslos gesloopt bij de bouw van het Zaangemaal en de nieuwe Wilhelminabrug – een van de talloze stedenbouwkundige misdrijven uit de jaren zestig. We liepen in het kermisgedruis, of misschien was er braderie, en opeens waaiden heerlijke geuren onze richting op. Patates frites! We hadden er nooit van gehoord, maar mijn vader kocht een puntzakje. Natuurlijk zonder mayonaise, want van zure sausen werd hij onpasselijk.

‘Kok’ was de eerste in het lange succesverhaal van snackbars in Zaandam. Korte tijd na de friet deed de kroket zijn intrede – toen nog deftig geschreven als ‘croquet’. Daar was vooral mijn vader verzot op. In twee, drie happen werkte hij de hete godenspijs naar binnen. De gelegenheden waar de kroketten werden verkocht, hadden in het begin vaak nog iets chics. Banketbakkerij Landsaat aan de Zuiddijk was een gerenommeerde zaak, waar het beste gebak van Zaandam werd verkocht. Naast de winkel was een halletje, met een bankje en een toonbank. Als het winkelmeisje in de bakkerij stond, moest je op een belletje drukken. Ik weet niet zeker of ze frites verkochten, maar wel kroketten, huzarenslaatjes (heerlijk romig, door de bakker zelf gemaakt), roomsoezen, slagroompunten en niet te vergeten de berenklauw: een chocolade bakje gevuld met slagroom en daarbovenop een schijfje ananas. Je moest wel wat fantasie hebben om er de vorm van een berenklauw in te herkennen, maar hij was waanzinnig lekker. De kroket was niet te versmaden: de korst was stevig en krokant, gevuld met heerlijke ragout en veel vlees; als je geluk had zelfs stukjes draadjesvlees. Dertig cent per stuk kostten al deze kwaliteits-lekkernijen.

Frites-ei

Een grote hit was hier het frites-ei, een kroket waarin een half gekookt ei was verstopt. Ze hadden de vorm van het halve ei overgenomen: plat aan de onderkant, bol aan de bovenkant. Buiten de Zaanstreek was het frites-ei nauwelijks verkrijgbaar. Pas jaren later vond ik ze terug in de kantine van de Volkskrant.

snackbar-kokEen andere Zaandamse banketbakker, Buter aan de Gedempte Gracht, voerde een vergelijkbaar assortiment. Daar liep ik op zaterdag wel naar binnen, als er markt was in de stad. Maar de keuze en de concurrentie werden snel groter. Binnen een paar jaar werd Zaandam overspoeld door snackbars. De naam Kok kwam daarbij geregeld terug. Er kwam een ‘Kokkie’ aan de Oostzijde, aan de voet van de Beatrixbrug, er was er een (Lou Kok) in de Krugerstraat. Later, toen de Transvaalbuurt onder de slopershamer viel, verhuisde Kok naar de Sint Catharijnestraat. Ook Kok nam het frites-ei op in zijn assortiment, al werd om mij onbekende redenen later het halve gekookte ei vervangen door stukjes gekookt ei. Geen vooruitgang. Juist de combinatie van een hap ei met ragout en een krokante korst was bijzonder.

nibb-it

Al snel deed de automatiek zijn intrede. Voortaan hoefde je niet meer op het winkelmeisje of de houder van de cafetaria te wachten alvorens je bestelling te doen. Het leidde bepaald niet tot kwaliteitsverbetering. Op het station van Zaandam kwam een automatiek met kroketten die je makkelijk kon dubbelvouwen en in je jaszak bewaren. Toch soms een uitkomst als je lang op de trein moest wachten.

Familie van de patates-frites waren de chips, die begin jaren zestig in de winkels verschenen. ‘Smith’s Potato Chips’ luidde de voor ons moeilijk uitspreekbare naam. In de zak met knapperige, goudgele schijfjes was een mini-zakje met zout mee verpakt, voor wie de chips te flauw vond. Op schoolfeestjes en verjaardagen werden rond dezelfde tijd de eerste  ‘knabbeltjes’ neergezet naast de uitnodigend in wijnglazen gepresenteerde sigaretten: Pepsels (knapperige bruine stokjes met zoutkristallen bekleed) en Nibb-It, stokjes of ringen van aardappelmeel. Het aantrekkelijke van Nibb-It was dat de zoutjes zich aan je tong en binnenkant van je wangen vastzogen als je ze in je mond stak.

Handwerk

papenpad-1972Waarschijnlijk de beste patat van Zaandam was te koop bij Ome Jo, in de Westzijde aan de Papenpadsluis. Cabaretier Freek de Jonge heeft diens frietkraam onsterfelijk gemaakt door hem in enkele conferences ten tonele te voeren. Op de kraam was een geniale reclameslogan aangebracht, die Freek verschillende malen heeft geciteerd: ‘Ho ho, doe zo: koop patat bij ome Jo’.  Freek beschrijft hoe hier zijn vader, dominee De Jonge van de hervormde Bullekerk, hardop voorging in gebed alvorens zich tegoed te doen aan de heerlijke spijs, zich niets aantrekkend van de toekijkende Zaandamse brozems.

Ome JoDe friet van ome Jo was – toen nog gebruikelijk – echt handwerk. Vaak heb ik de open teil achter de kraam bekeken waar de in stukjes gesneden aardappel in dreven. Ome Jo bediende vlot en handig. Achter hem waren verschillende bakken, waaronder een met bleke patatjes die nog moesten worden voorgebakken en een andere met al voorgebakken frites. Je bestelling werd in de sissende pan hete olie gekieperd. Tijdens het bakken tikte Ome Jo af en toe ongeduldig met zijn opscheplepel op de rand. Af en toe stak hij die in de olie, tot eindelijk het resultaat naar tevredenheid was. Met enkele grote halen haalde hij de gloeiende patat eruit en liet die in een taps toelopende bak ploffen. Met een gebutste zoutstrooier werd er wat zout op gestrooid, daarna schudde hij de patat handig in een gereedstaande puntzak. Ik vroeg graag bij voorbaat om wat extra zout. Met twee halen trok hij ten slotte flink wat mayonaise uit een pot: een flatsend geluid en daarna overhandigde hij het heerlijks. De patatten van oma Jo waren heet, lang en glanzend, en zacht aan de binnenkant, met zoutkorrels die erop schitterden.

Het leuke van Ome Jo was dat je tijdens het wachten op de lekkernij of het verorberen daarvan een paar keer kon meemaken dat de brug over de Papenpadsloot werd geopend om vaartuigen te laten passeren. In een mooi houten Zaans huis aan de Papenpadsloot, iets verderop, woonde de rector van het Zaanlands Lyceum, dr. J. Oosterhuis, maar die heb ik nooit bij Ome Jo aangetroffen.

snitsTegenover Ome Jo, aan de andere kant van de Papenpadsloot, was de concurrerende frietzaak, die gedreven werd door een Fries die zijn nering ‘Snits’ had genoemd; wellicht was Sneek zijn voormalige woonplaats. Dit was geen kraam, maar een zaak waar je echt naar binnen liep; misschien was het ooit een winkel geweest. Het voordeel van Snits was dat je er op een houten bankje kon gaan zitten om je friet op te peuzelen. De kwaliteit deed nauwelijks onder voor die van Ome Jo. Met klasgenoot Johnny Kwast heb ik hier in 1960 na schooltijd de oprichting van de piratenzender Radio Veronica uitgebreid besproken. Wild-enthousiast waren we dat er eindelijk een zender was waar onze muziek werd gedraaid. De stemming werd zo goed dat we na de eerste zak met friet – ‘wat kan ons het schelen?’ – nog een tweede bestelden en verorberden.

Groengeel

soek-sintVoor Henk Soek was dat klein bier. Vijfentwintig kroketten zou hij opmaken, niet één minder. Samen wandelden we avondlijk Zaandam in. We streken neer bij ‘Kokkie’ in de Oostzijde. De eerste kroket ging er grif in, hij bestelde meteen een tweede.

We zouden zoveel mogelijk snackbars aandoen, als maakten we een elfkroegentocht. Ik vergezelde Henk op zijn Odyssee. We zijn bij Buter geweest, bij Landsaat, bij Snits en bij Ome Jo.

De ene kroket was nog heerlijker dan de andere, beweerde Henk. Maar het tempo ging wel omlaag nadat hij de tiende naar binnen had gewerkt.

Ik zelf hield het bij een patatje en een kroket. Henk moest zijn poging staken om en nabij de dertiende kroket. Met een groengeel gezicht zat hij op het bankje bij Kok onder aan de Beatrixbrug. “Oh, wat ben ik misselijk”, kreunde hij. Zijn gezicht werd nog valer door het gezellige tl-licht in het etablissement.

Samen liepen we naar zijn ouderlijk huis. Hij had de weddenschap verloren. Op onze terugweg passeerden we de zaak van Kok aan de Krugerstraat. Dat die al gesloten was, kon Henk geen barst schelen.

 

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum