brand in de vrede 1951Opgroeien in de naoorlogse jaren in de Zaanstreek was opgroeien in een kleine wereld. Voor mij was die wereld groot genoeg. Niet minder dan zeven wereldwonderen telde ik aan weerszijden van de Zaan. Vandaag deel 6: pakhuis de Vrede.

Freek de Jonge schrijft in zijn boek Zaansch Veem:

‘Ver weg bij het Noordzeekanaal, op een plek waar wij als kinderen nooit alleen konden komen, bevond zich een geheimzinnig gebouw dat de Vrede heette. Minstens vier keer per jaar stond het in lichter laaie en als je geluk had, zag je in het speelkwartier rookwolken boven de huizen uit.’

Op vrijdagavond 16 augustus 1957 kleurde de hemel oranje achter de huizen aan de Meidoornstraat. Mijn vader deed de deur van zijn winkel van het slot en liep de straat op. Al voor hij wat gezegd had, wist ik het: de Vrede stond in brand! Het was fris buiten, ik schoot mijn jas en en rende met mijn vader via de Wibautstraat naar de Troelstralaan. Tientallen mensen holden met ons mee.

Op de Troelstralaan was de oranje lucht wat beter te zien, maar ons uitzicht werd belemmerd door de huizenbouw in de Vijfhoek. We renden richting de Zuiddijk. Daar, bij de kluft, zagen we in de verte de vlammen hoog opslaan.

De Vrede, wist ik, stond aan het water. We speelden er wel eens in de buurt. Je mocht er niet komen, er stonden hekken omheen en je werd altijd weggejaagd door werkmensen. Het leek net een middeleeuws kasteel, met zelfs een toren erbovenop.

Daar zou wel niet veel van overblijven, zeiden de mensen om ons heen. Zou de brandweer er nog niet zijn? We zagen de vlammen alleen maar steeds hoger worden. We wisten toen nog niet dat de brandweer grote moeite had het gebouw te bereiken. Er werd volop gebouwd in de Achtersluispolder, de brandweerwagens moesten kilometers omrijden in het pikkedonker. Mijn vader stak genietend een sigaar op en gaf, samen met enkele bekenden tussen de kijkende Zaandammers, deskundig commentaar.

We bleven meer dan een uur staan kijken hoe de vlammen het pakhuis leken te verteren. Uiteindelijk liepen we rustig terug de Meidoornstraat in; mijn vader moest de kas van die dag nog opmaken en we hadden het koud gekregen bovendien.

Amsterdam kocht het geblakerde pakhuis om het te slopen


De Vrede had op die dag in 1957 al een heel leven achter de rug. Het complex was gebouwd als meelfabriek voor de stelling Amsterdam, maar kwam twaalf jaar later al stil te leggen: tegen het Amerikaanse meel, dat voor dumpprijzen op de markt werd gebracht, kon de Vrede niet op. Het stond jarenlang leeg en werd daarna gebruikt als opslag. 

Een jaar na de brand kocht de gemeente Amsterdam het geblakerde pakhuis, met de bedoeling het te slopen om de toegang tot de haven te kunnen verbeteren. Dat gebeurde gelukkig nooit; later kwam er een containeroverslag in en uiteindelijk zal er een chocoladefabriek in komen van Toni Chocolonely.

Vorig jaar mocht ik dan eindelijk het pand van binnen en van buiten bekijken. In de week van de Industriecultuur vinden er tegenwoordig rondleidingen plaats. Godzijdank blijft dit Zaanse wereldwonder met zijn dreigende uitstraling behouden. Tot de volgende brand natuurlijk.

 

Kijk- en luistertip: Martin Rep leest ‘Brand in de Vrede’ voor 

https://www.youtube.com/watch?v=A_ZCnG_yrZU&feature=youtu  

Foto‘s van Marjolein Lensink-Neijzing

marjolein zaandamMarjolein Lensink-Neijzing is een hartstochtelijk liefhebber van de Zaanse industriële cultuur en ze slaagt erin de monumenten van beton en ijzer steeds op verrassende wijze te fotograferen. Zo ook onderstaande foto‘s van ‘de Vrede’. Ze gebruikt daarvoor haar smartphone, ‘een Samsung S7. Als deze stuk is mag ik de S20. Ik kan niet wachten.’ Haar foto's zijn te zien op haar eigen website www.marjoleinzaandam.nl, maar ook op haar Instagram-account (marjolein_zaandam)

 

marjolein vrede om 13.05.59 marjolein vrede om 13.09.28
marjolein vrede om 13.09.41 vrede 16.08.10
vrede 16.08.50 torentjemarjolein
marjolein vrede om 13.08.09 marjolein vrede om 13.09.11
marjoleinvrede vrede 16.14.19

 

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum